Handelingen

Ulft, Doctor Ariënsstraat 1 - Antonius van Padua: verschil tussen versies

Uit Reliwiki

(cat)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 89: Regel 89:
afbeelding:Ulft_RK_AntoniusvanPadua_interieur02.jpg
afbeelding:Ulft_RK_AntoniusvanPadua_interieur02.jpg
afbeelding:Ulft_RK_AntoniusvanPadua_interieur03.jpg
afbeelding:Ulft_RK_AntoniusvanPadua_interieur03.jpg
Bestand:Ulft Antonius v. Padua 001.jpg
Bestand:Ulft Antonius v. Padua 003.jpg
Bestand:Ulft Antonius v. Padua 004.jpg
Bestand:Ulft Antonius v. Padua 007.jpg
Bestand:Ulft Antonius v. Padua 009.jpg
</Gallery>
</Gallery>

Versie van 16 aug 2015 09:12


Algemene gegevens
Genootschap : Rooms Katholieke Kerk
Gemeente : Oude IJsselstreek
Plaats : Ulft
Adres : Dr. Ariënsstraat 1
Provincie : Gelderland
Jaar ingebruikname : 1914
Huidige bestemming: kerk
Naam kerk : Antonius van Padua
Architect : Kroes, H.
Monument-status: rijksmonument 523685
Inventarisnummer :

Monumentomschrijving Rijksdienst

De driebeukige KERK heeft een plattegrond in de vorm van een Latijns kruis en is opgebouwd in baksteen (kruisverband). Het hoge middenschip wordt door lagere zijbeuken geflankeerd. De hierdoor ontstane ruimte is door vier rondvensters in een verder gesloten muurvlak ingevuld. Het dwarsschip sluit in hoogte aan op het middenschip die beide zijn afgedekt met een zadeldak. De zijbeuken die vier traveeën tellen, zijn door een licht-hellend lessenaarsdak beëindigd. Het koor is voorzien van een halfronde absis met een lagere calotte die tegen de eindgevel van het koor rust. Het westfront is voorzien van twee torens aan weerszijden van het schip, afgedekt met tentdaken met smeedijzeren kruizen en een windhaan. Op de viering bevindt zich een kleine, met zink beklede, open achtzijdige dakruiter met klok, koepelvormig beëindigd, waarop een kruis. Ten zuidoosten van koor en zuidelijke dwarsarm bevindt zich de sacristie met tentdak. De aanbouw is door een lage, plat afgedekt tussenlid met de kerk verbonden.

De rondom aanwezige houten bakgoot (schip en zijbeuken) rust op gesneden klossen. De merendeels rondboogvormig beëindigde gevelopeningen zijn voorzien van hardstenen lekdorpels. Alle vensters zijn in principe voorzien van eenvoudig glas-in-lood. De gevels rusten op een trasraam afgesloten door schuingeplaatste rollaag van drieklezoren. De VOORGEVEL is symmetrisch ingedeeld en wordt door twee risalerende hoektorens verticaal geleed. In de middenpartij bevindt zich de rondboogvormige ingang die middels vier vertandingen is teruggelegd. De ingang is te bereiken via twee hardstenen treden. Het deurkozijn rust op hardstenen neuten en dito dorpel. Boven de houten dubbele deur met siersmeedwerk bevindt zich het timpaan, door archivolten omgord, met in hoog reliëf de Heilige Antonius van Padua, prekend voor de vissen. Aan weerszijden bevindt zich een klein smal, halfrond venster middels een enkele vertanding naar glas-in-lood invulling. Een kleine waterlijst waaronder een bloklijst volgt de boogomlijsting van deze drie openingen. In het gevelvlak boven de waterslaglijst, die zich ook over de hoektorens voortzet, bevindt zich een groot rondvenster met glas-in-lood, waarin met baksteen roosvenstertraceringen dat is gevat in een uitstekende koppenlaag. Aan weerszijden van het venster siermetselwerk in de vorm van een gekanteld vierkant met diagonalen in rode verblendsteen. De geveltop wordt langs de dakrand beëindigd met o.a. een tandlijst en boeiplank. Een deel van de geveltop wordt afgescheiden door een horizontale tandlijst, waarop een triplet van rondboogvensters aansluit. Op het nokeinde is een stenen kruis geplaatst. De twee torens zijn aan de vier zijden vrijwel identiek. Aan de voorzijde in het basement een relatief klein rondboogvenster. De linker toren heeft aan de zijkant een hiermee identiek venster, de rechter twee zeer kleine vensters. Het gedeelte boven de waterlijst is aan alle zijden over de volle hoogte voorzien van een spaarveld, eindigend onder de open torenbeëindiging tussen de lisenen met een bloklijst die onder alle daklijsten van de kerk voorkomt. Twee deelzuiltjes aan iedere zijde van de toren delen de met rondbogen eindigende galmgaten in drieën. De tentdaken sluiten direct op de beëindigende bloklijst aan. In de spaarvelden bevindt zich aansluitend op de waterlijst (of beginnend boven het dak van de zijbeuk) een smal venster over de halve hoogte van de tweede geleding. De muurvlakken daarboven zijn voorzien van siermetselwerk als in de middenpartij; bij de rechter toren is aan voor- en zijkant tegen deze versiering een wijzerplaat geplaatst.

In de LINKER ZIJGEVEL is de eerste travee van het vier traveeën tellende schip door de toren sterk versmald. De traveeën worden door vlakke steunberen met een afzaat voorzien van leien, gescheiden. In elke travee is een triplet opgenomen waarvan het middelste venster iets hoger is. De eerste travee bezit slechts één venster. In de derde travee bevindt zich onder het triplet een in 1941 uitgebouwde biechtstoel, volledig gesloten, twee smeedijzeren muurankers, beëindigd met een bloklijst en afgedekt met een aangekapt driezijdig tentdakje met leien. De lichtbeuk wordt gevormd door rondvensters tussen forser uitgevoerde steunberen dan in de zijbeuken. In het dakvlak boven elke travee komt een dakkapel met luik voor, afgedekt door een aangekapt schilddakje van leien, voorzien van een piron. Het dwarsschip bezit aan de westzijde een deur met siersmeedwerk in een rondboogopening waarvan het boogveld met baksteen is ingevuld. De kopgevel is symmetrisch ingevuld met een vijfdelig venster in de plaats van de drie in de zijbeuken, in dezelfde vorm met een klimmende reeks naar het middenvenster. De helft van de geveltop is afgescheiden door een bloklijst, waarboven een rondvenster. De zijbeuk van het koor, welke slechts één travee lang is wordt met een dakschild beëindigd. In beide gevels van de zijbeuk één vrij klein venster met figuratief glas-in-lood. In de oostgevel van het dwarsschip bevindt zich een ondiepe, lage en plat afgedekte aanbouw met bloklijst en boeiboord. Voorts een rondboogvenster en dakkapel als bij het schip.

Tegen de voor het overige gesloten ACHTERGEVEL van het koor is een iets smallere halfronde absis geplaatst, voorzien van een zinken bakgoot. Verdeeld over de gevelronding zeven vensters met figuratief glas-in-lood van G.T.M. Lelivelt uit Doesburg uit 1949. De RECHTER ZIJGEVEL is identiek aan de linker, met dien verstande dat tegen de kopgevel van het dwarsschip en de zijbeuk van het koor een plat afgedekte aanbouw aanwezig is, welke zorgt voor de verbinding met de sacristie en de pastorie. De sacristie is identiek gedetailleerd als de kerk en bezit een tentdak (zeer korte nok). In de zuidgevel bevindt zich een kruiskozijn, gevat in een rondboogopening waarvan het boogveld is ingevuld met siermetselwerk. De ramen zijn voorzien van gekleurd glas-in-lood. De oostgevel is voorzien van twee kloosterkozijnen, gedetailleerd als het venster in de zuidgevel. De zuidgevel van de gang die voor de eindgevel van de dwarsarm is gelegen bezit drie stolpramen met een enkelruits bovenlicht. Het venster wordt door een 1½-steens strek afgesloten.

Het INTERIEUR van de kerk wordt gekenmerkt door merendeels crème gestucte wanden en gewelven, met siermetselwerk in het lambris. De constructieve delen zijn in schoon metselwerk uitgevoerd zoals de kolommen en de daaruit voortkomende gordelbogen en scheibogen. De vloer is geheel in terrazzowerk waarin soms een parelmoerachtig effect wordt bereikt. Op belangrijke punten zijn mozaïeken toegepast. Het lambris is soms halfsteens, soms in kruisverband opgebouwd en wordt afgesloten door een lijst van groen/wit en geel/rood geblokte tegels waarboven een doorgaande rood/geel/rode lijst. In de binnenzijde van de triomfboog is siermetselwerk aangebracht van gele, rode en zwarte baksteen.

De vierkante kolommen in middenschip en viering met een verkenning op de hoek zijn voorzien van een verbreed basement met hardsteen afdekking. Ter plaatse van de geboorte van gordel- en scheibogen is een eenvoudige, witte kapiteellijst aangebracht. De knik tussen gewelf en muurvlak wordt door een gemetselde bloklijst benadrukt. De rondvensters doorbreken deze lijst en zijn voorzien van een steekkap in het tongewelf. Het tongewelf wordt door gordelbogen in traveeën verdeeld, alleen de viering is door een graatgewelf overkluisd. De scheibogen worden door een uitstekende lijst gescheiden van het pleisterwerk van de wanden. De zijbeuken worden door dwarse tongewelven overdekt. De donkere lekdorpels van de vensters worden door een wandlijst gekoppeld. Onder elk triplet bevinden zich twee bakstenen nissen waarin reproducties van de kruisweg in een houten lijst. Het dwarsschip van één travee lang bezit twee kleine scheibogen als gevolg van de halve diepte van de zijbeuken. De eerste travee wordt door een orgeltribune ingenomen, ondersteund door twee kolommen en drie bogen, waarop een houten, in het midden uitgebouwde balustrade. Het orgel is van de firma Valckx & Van Kouteren & Co., Rotterdam, uit 1949, waarbij de pijpen zijn opgesteld aan weerszijden van het roosvenster. Het orgel valt niet onder de bescherming. Viering- en koorvloer zijn verhoogd. De aanwezige deuren zijn dubbele, dan wel enkele paneeldeuren met veelal glas-in-lood in de bovenste paneel-openingen. De kerkbanken zijn waarschijnlijk nog de originele exemplaren en bezitten floraal houtsnijwerk op de eindwangen.

Waardering

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een kerk in overwegend neo-romaanse stijl. Kenmerkend zijn het blokachtige en gesloten karakter van het gebouw; de spaarvelden en lisenen in de torens met rondbogen en dobbelsteen kapitelen en het rondboogportaal. In het interieur valt het rondbooggewelf op. Uit de gotische bouwstijl zijn overgenomen het rozetvenster in de voorgevel en de lancetvensters in de zijbeuken en eindgevels van de dwarsarmen. De kerk valt op door bijzondere esthetische kwaliteiten in in- en exterieur, zoals gave verhoudingen en detailleringen. In het interieur is het gebruik van kleuraccenten opmerkelijk vooral het overwegend zeer gaaf bewaard gebleven interieur (inclusief inventaris), dat van een weliswaar sobere maar wel zeer zorgvuldige materiaal- en kleurkeuze blijkt geeft in hoofdopzet en detaillering;

- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van een stedebouwkundig concept met kerkhof en pastorie in de bocht van de Dr Ariënsstraat die als straat deel uitmaakt van de verbindingsweg Etten-Gendringen. De kerk vervult in dit bestel een beeldbepalende rol. De kerk maakt tevens deel uit van een historisch gegroeid (klein)stedelijk gebied en is daarvoor van belang.

- Van cultuurhistorische waarde vanwege zijn bestemming die verbonden is met een sociaalhistorische en economische ontwikkeling: de kerk maakt onderdeel uit van een complex dat behalve de kerk bestond uit pastorie, kerkhof en de inmiddels gesloopte school en onderwijzerswoning en is als herinnering hieraan van belang.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur