Handelingen

Nuenen, Park 53 - Clemens: verschil tussen versies

Uit Reliwiki

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 20: Regel 20:
|-valign="top"
|-valign="top"
| style="text-align:top; background-color:#DCEAEA; width:200px;" | Adres :
| style="text-align:top; background-color:#DCEAEA; width:200px;" | Adres :
| style="text-align:top; background-color:#DCEAEA; width:200px;" | Park 53
| style="text-align:top; background-color:#DCEAEA; width:200px;" | Park 53-55
|-valign="top"
|-valign="top"
| style="text-align:top; background-color:Lightgrey; width:200px;" | Provincie :
| style="text-align:top; background-color:Lightgrey; width:200px;" | Provincie :
Regel 48: Regel 48:


De toren van de R.K. kerk vanwege een klok gegoten in 1490 door Jan van Venlo.
De toren van de R.K. kerk vanwege een klok gegoten in 1490 door Jan van Venlo.
----
Inleiding
De R.K. KERK, gewijd aan de H. Clemens, is een ontwerp van K. Weber uit 1871. De driebeukige kruisbasiliek heeft een westtoren van vijf geledingen en een koor met kastenomgang. De Neo-Romaanse/ Neo-Gotische stijl is gebaseerd op de overgang van Romaans naar vroeg-Gotiek. Omstreeks 1910 zijn naar ontwerp van Jan Stuyt kapellen en een sacristie aangebouwd. Zo'n 15 jaar later heeft men aan de noordelijke zijde een stookhuis aangebouwd.
Omstreeks 1950 is aan de noordelijke zijde van de kerk een niet binnen de bescherming vallende poort naar het kerkhof gebouwd.
Omschrijving
De kruisbasiliek heeft een schip van drie traveeen, geflankeerd door zijbeuken en grenzend aan een transept, waarvan de een travee diepe armen driezijdig gesloten zijn. Het koor bestaat uit twee traveeen en een driezijdige sluiting over bijna de volle hoogte. Schip, transept en koor zijn gedekt door zadeldaken met lei in Maasdekkig. De driezijdige sluitingen worden door topgevels gescheiden van de zadeldaken en hebben een lagere nokhoogte. De toren is opgetrokken in machinale baksteen, de rest van het gebouw in handvorm baksteen. De wanden van schip, koor en transept zijn geleed door verdiept gelegen rondboogvelden, lisenen, cordon- en waterlijsten in hard- en kalksteen, verspringende tandlijsten en afsluitende rond- en spitsbooglijsten. De bakstenen steunberen van het schip, die, deels opgenomen in de massa van de zijbeuken, markant verrijzen boven de lessenaardaken, zijn afgedekt met kalkstenen blokken. In de lichtbeuk van het schip zijn per travee drie gekoppelde spitsboogvensters geplaatst, waarvan de middelste hoger is dan de flankerende. De zijbeuk heeft per travee twee spitsboogvensters, waarvan de koppen zijn afgesloten door een kalkstenen driepastracering. In de sluitingen van het transept zijn eenvoudige lancetvensters aangebracht, waarvan de omvattende boog is uitgevoerd in kalksteen en deels is geschulpt. Deze detaillering treft men ook aan in de vensters van de koorsluiting. Bovendien is hier maaswerk (dubbele lancet met vijfpastracering, bekroond door een zeslobbige rozet) aangebracht, en zijn de wanden van de koortraveeen voorzien van een  achtlobbig roosvenster.
De toren heeft een vierkante plattegrond en bestaat uit vier geledingen. In de eerste is het portaal aangebracht, voorzien van hardstenen plint, tegen de dagkanten geplaatste colonetten en een in een spitsboog gevat kalkstenen timpaan. Dit laatste is voorzien van een kleine oculus, gevat in een driepasboog.
De dubbele, opgeklampte deur is voorzien van smeedijzeren sierbeslag. De deuren aan de noord- en zuidzijde van de toren zijn dichtgezet. Aan de zuidzijde bevindt zich een steen met de inscriptie "prim. lap. pos. W.P. van Lent past. AE. D. J.
van Coll, J. Sengers, 28 martii 1871". De geledingen springen, naarmate men hoger komt, geleidelijk in. Belangrijkste elementen zijn een zeslobbig roosvenster in de tweede geleding en twee getrapte, gekoppelde spitsboognissen in de derde geleding. Boven deze nissen wordt zonder gebruik van steunberen of luchtbogen overgegaan tot een octogoon, dat bestaat uit een gesloten onderzijde met (niet meer gebruikte) rondnissen voor wijzerplaten, en een open bovenzijde met galmgaten en (nieuwe) wijzerplaten. De achtzijdige naaldspits is voorzien van lei in maasdekking en driehoekige dakkapellen. Tegen de noordelijke gevel van de toren is, deels geïntegreerd in de massa van zijbeuk en toren, over de hoogte van de eerste twee geledingen een achtkantige traptoren aangebracht. In de toren hangt een reeds eerder beschermde klok uit 1490, gegoten door Jan van Venlo.  De koorpartij is omstreeks 1910 voorzien van een zevenzijdige, in stijl aangepaste aanbouw onder lessenaardak. De spitsboogvensters zijn voorzien van diefijzers. Centraal is in een risalerend deel, voorzien van een topgevel met getrapt fries en bekronend natuurstenen kruis, een opgeklampte deur geplaatst. Het spitsbogige bovenlicht heeft een eenvoudige gietijzeren tracering. Omstreeks dezelfde tijd zijn aan de noord- en zuidzijde van het koor sacristieruimten aangebouwd.
Deze eenlaags gebouwtjes onder zadeldak hebben uiterst eenvoudige spitsboogvensters.
In het interieru zijn onder meer van belang het zandstenen hoogaltaar (C.Weber, uitvoering J.Oor, 1872), het Maria-altaar en het H.Hartaltaar (C.Weber en J.Oor, 1878), een eikehouten lezenaar (XIXB), een koperen doopvont (1852), twee marmeren communiebanken (J.Custers, 1927), een Mariabeeld (eind XVII), een H.Clemensbeeld en een H.Jozefbeeld (C. Weber en J.Oor, 1878), een Jacobusbeeld uit omstreeks 1900, twee beelden aan de balustrade van het zangkoor (David, vrouwefiguur, 1881), een Staakmadonna (XIX), een beeldengroep van de H.Familie (Custers, 1929), zeven houten beelden (waarvan alleen H.Quirinusbeeld met oorspronkelijke polychromie), Custers, 1903-'07, kruisbeeld met zilveren corpus op houten balk (XIX), drie ramen in het priesterkoor (H. Drievuldigheid, Olijfhof, Annunciatie, 1895), geschilderde kruiswegstaties (A. Windhausen, Roermond, tot 1907)
Waardering
De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van het katholicisme in het zuiden. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering, met name de min of meer romanogotische detaillering en is van belang als voorbeeld van de overgangsfase van Neo-Gotiek naar Neo-Romaans in het oeuvre van de architect Weber. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van Nuenen en vanwege de samenhang met de overige bebouwing aan het Park.
De toren van de R.K.Kerk vanwege een klok gegoten in 1490 door Jan van Venlo.

Versie van 13 okt 2008 09:10


Algemene gegevens
Genootschap : Rooms Katholieke Kerk
Gemeente : Nuenen c.a.
Plaats : Nuenen
Adres : Park 53-55
Provincie : Noord-Brabant
Jaar ingebruikname : 1872
Huidige bestemming: kerk
Naam kerk : Clemens
Architect : Weber, C.
Monument-status: Rijksmonument

Geschiedenis achter vm schuurkerk uit 1823


Monumentomschrijving; Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten:

De toren van de R.K. kerk vanwege een klok gegoten in 1490 door Jan van Venlo.


Inleiding

De R.K. KERK, gewijd aan de H. Clemens, is een ontwerp van K. Weber uit 1871. De driebeukige kruisbasiliek heeft een westtoren van vijf geledingen en een koor met kastenomgang. De Neo-Romaanse/ Neo-Gotische stijl is gebaseerd op de overgang van Romaans naar vroeg-Gotiek. Omstreeks 1910 zijn naar ontwerp van Jan Stuyt kapellen en een sacristie aangebouwd. Zo'n 15 jaar later heeft men aan de noordelijke zijde een stookhuis aangebouwd.

Omstreeks 1950 is aan de noordelijke zijde van de kerk een niet binnen de bescherming vallende poort naar het kerkhof gebouwd.

Omschrijving

De kruisbasiliek heeft een schip van drie traveeen, geflankeerd door zijbeuken en grenzend aan een transept, waarvan de een travee diepe armen driezijdig gesloten zijn. Het koor bestaat uit twee traveeen en een driezijdige sluiting over bijna de volle hoogte. Schip, transept en koor zijn gedekt door zadeldaken met lei in Maasdekkig. De driezijdige sluitingen worden door topgevels gescheiden van de zadeldaken en hebben een lagere nokhoogte. De toren is opgetrokken in machinale baksteen, de rest van het gebouw in handvorm baksteen. De wanden van schip, koor en transept zijn geleed door verdiept gelegen rondboogvelden, lisenen, cordon- en waterlijsten in hard- en kalksteen, verspringende tandlijsten en afsluitende rond- en spitsbooglijsten. De bakstenen steunberen van het schip, die, deels opgenomen in de massa van de zijbeuken, markant verrijzen boven de lessenaardaken, zijn afgedekt met kalkstenen blokken. In de lichtbeuk van het schip zijn per travee drie gekoppelde spitsboogvensters geplaatst, waarvan de middelste hoger is dan de flankerende. De zijbeuk heeft per travee twee spitsboogvensters, waarvan de koppen zijn afgesloten door een kalkstenen driepastracering. In de sluitingen van het transept zijn eenvoudige lancetvensters aangebracht, waarvan de omvattende boog is uitgevoerd in kalksteen en deels is geschulpt. Deze detaillering treft men ook aan in de vensters van de koorsluiting. Bovendien is hier maaswerk (dubbele lancet met vijfpastracering, bekroond door een zeslobbige rozet) aangebracht, en zijn de wanden van de koortraveeen voorzien van een achtlobbig roosvenster.

De toren heeft een vierkante plattegrond en bestaat uit vier geledingen. In de eerste is het portaal aangebracht, voorzien van hardstenen plint, tegen de dagkanten geplaatste colonetten en een in een spitsboog gevat kalkstenen timpaan. Dit laatste is voorzien van een kleine oculus, gevat in een driepasboog.

De dubbele, opgeklampte deur is voorzien van smeedijzeren sierbeslag. De deuren aan de noord- en zuidzijde van de toren zijn dichtgezet. Aan de zuidzijde bevindt zich een steen met de inscriptie "prim. lap. pos. W.P. van Lent past. AE. D. J.

van Coll, J. Sengers, 28 martii 1871". De geledingen springen, naarmate men hoger komt, geleidelijk in. Belangrijkste elementen zijn een zeslobbig roosvenster in de tweede geleding en twee getrapte, gekoppelde spitsboognissen in de derde geleding. Boven deze nissen wordt zonder gebruik van steunberen of luchtbogen overgegaan tot een octogoon, dat bestaat uit een gesloten onderzijde met (niet meer gebruikte) rondnissen voor wijzerplaten, en een open bovenzijde met galmgaten en (nieuwe) wijzerplaten. De achtzijdige naaldspits is voorzien van lei in maasdekking en driehoekige dakkapellen. Tegen de noordelijke gevel van de toren is, deels geïntegreerd in de massa van zijbeuk en toren, over de hoogte van de eerste twee geledingen een achtkantige traptoren aangebracht. In de toren hangt een reeds eerder beschermde klok uit 1490, gegoten door Jan van Venlo. De koorpartij is omstreeks 1910 voorzien van een zevenzijdige, in stijl aangepaste aanbouw onder lessenaardak. De spitsboogvensters zijn voorzien van diefijzers. Centraal is in een risalerend deel, voorzien van een topgevel met getrapt fries en bekronend natuurstenen kruis, een opgeklampte deur geplaatst. Het spitsbogige bovenlicht heeft een eenvoudige gietijzeren tracering. Omstreeks dezelfde tijd zijn aan de noord- en zuidzijde van het koor sacristieruimten aangebouwd.

Deze eenlaags gebouwtjes onder zadeldak hebben uiterst eenvoudige spitsboogvensters.

In het interieru zijn onder meer van belang het zandstenen hoogaltaar (C.Weber, uitvoering J.Oor, 1872), het Maria-altaar en het H.Hartaltaar (C.Weber en J.Oor, 1878), een eikehouten lezenaar (XIXB), een koperen doopvont (1852), twee marmeren communiebanken (J.Custers, 1927), een Mariabeeld (eind XVII), een H.Clemensbeeld en een H.Jozefbeeld (C. Weber en J.Oor, 1878), een Jacobusbeeld uit omstreeks 1900, twee beelden aan de balustrade van het zangkoor (David, vrouwefiguur, 1881), een Staakmadonna (XIX), een beeldengroep van de H.Familie (Custers, 1929), zeven houten beelden (waarvan alleen H.Quirinusbeeld met oorspronkelijke polychromie), Custers, 1903-'07, kruisbeeld met zilveren corpus op houten balk (XIX), drie ramen in het priesterkoor (H. Drievuldigheid, Olijfhof, Annunciatie, 1895), geschilderde kruiswegstaties (A. Windhausen, Roermond, tot 1907)

Waardering

De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van het katholicisme in het zuiden. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering, met name de min of meer romanogotische detaillering en is van belang als voorbeeld van de overgangsfase van Neo-Gotiek naar Neo-Romaans in het oeuvre van de architect Weber. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van Nuenen en vanwege de samenhang met de overige bebouwing aan het Park. De toren van de R.K.Kerk vanwege een klok gegoten in 1490 door Jan van Venlo.