Handelingen

Bergen op Zoom, Bolwerk Zuid 134 - Ontmoetingskerk

Uit Reliwiki


Algemene gegevens
Genootschap : PKN
Gemeente : Bergen op Zoom
Plaats : Bergen op Zoom
Adres : Bolwerk Zuid 134
Provincie : Noord-Brabant
Jaar ingebruikname : 1928
Huidige bestemming: kerk
Naam kerk : Ontmoetingskerk
Architect : Boeyinga, B.T.
Monument-status:

Geschiedenis renov. '97, SOW '95 De kansel is door dezelfde architect gebouwd die ook de kansel van de N.H.Maranathakerk te Rotterdam heeft ontworpen.


Inleiding.

De GEREFORMEERDE KERK is gebouwd in Expressionistische stijl in 1928 naar ontwerp van B.T. Boeyinga. Het in Bergen op Zoom gerealiseerde ontwerp is een versoberde versie van de in 1925-1926 uitgevoerde kerk te Haarlem. Er werden voorzieningen getroffen voor de bouw van galerijen, maar deze werden niet verwerkelijkt. In de Tweede Wereldoorlog is het merendeel van de glas-in-loodramen van de kerk verwoest en in de jaren vijftig vervangen door glaspanelen. In de jaren zestig is de kleurstelling van het inteieur gewijzigd, door vrijwel alles te witten. De oorspronkelijke leien in maasdekking op het kerkdak zijn in 1974 vervangen door shingles.

Omschrijving.

De kerk heeft een waaiervormige plattegrond en is opgetrokken uit machinale baksteen met horizontale uitspringende sierbanden. Het hoge dakvolume bestaat uit twee zadel- en schilddaken die elkaar kruisen, met in het midden een vierzijdige spits waarop een Expressionistische torenhaan. De naar de hoek van de straat gekeerde gevel is een hoge puntgevel met vlechtingen en een reeks klimmende spleetvensters. Aan weerszijden hiervan bevinden zich twee tweelaagse gebouwen onder plat dak. Aan de achterzijde hiervan bevinden zich de beide uitgangen onder een zware doorlopende latei. Onder de gootlijst is een reeks langwerpige smalle vensters geplaatst. Aan beide zijden volgt hierachter het transept, met kleine smalle vensters waarin deels oorspronkelijk geometrisch glas-in-lood op de begane grond en daar boven als lichtbeuk, vensters als bij de uitgangen. De gevel wordt hier geleed door horizontale banden op de begane grond en verdiepte sleuven boven de vensters, eindigend in sierblokjes tussen de lichtbeukramen. Rechts en links van het transept bevinden zich beide ingangen met vernieuwde paneeldeuren. De ingangen worden geaccentueerd door uitgemetselde blokken met natuursteen afdekking waartussen een houten luifel met de naam: Gereformeerde kerk. Boven de luifel zijn drie langwerpige smalle vensters gezet. Deze eenlaagse entrees komen qua hoogte overeen met de beide aangebouwde lokalen. De achtergevel van de kerk is tenslotte weer een puntgevel. Middenachter is er een tweelaagse uitbouw onder schilddak met stookkelder en aan weerskanten een uitbouw onder plat dak, waaronder een keukenruimte.

Op de viering staat de vierzijdige spitse toren, op een trommel met galmgaten en eenvoudige geometrische decoratie. De beide aanbouwen naast de beide ingangen worden gekenmerkt door de raampartijen. Bij het verenigingslokaal annex vergaderzaal naast de kosterswoning zijn vijf hoge vensters geplaatst met in het vooruitspringende bovendeel een achtruits verdeling. Bij de kerkeraadskamer naast de predikantenwoning met daarachter de catechisatieruimte zijn vier van deze vensters geplaatst. Links, rechts en achter de kerk om loopt een gangenstelsel dat toegang geeft tot de kerkruimte zelf en tot bovengenoemde aangebouwde vertrekken. Bij de ingang aan de Bolwerkzijde is in de gang een gevelsteen geplaatst, d.d. 25 april 1928 met de namen van de bouwmeester B.T. Boeyinga, de aannemer M.J. Scheffelaar en een spreuk van Nehemia 2:20.

De kerkruimte zelf heeft een centraliserende plattegrond met aan drie zijden houten banken. De grote houten kap wordt aan het oog onttrokken door witte plafondplaten met donker geschilderde houten gewelfribben. Alle banken zijn gericht naar het podium waar ruimte is voor een avondmaalstafel, een dooppodium met doopvont en daarachter de hoog oprijzende kansel, waarboven een polygonaal klankbord. Hierop is het niet van rijkswege beschermde orgel, een vervanger voor dat ontworpen door Boeyinga, geplaatst. Vrijwel alle decoratieve elementen zijn in hout uitgevoerd als geometrische ornamenten in de gewelfribben, kolommen en kapitelen, de kansel en het doopvont. Uitspringende horizontale banden, vroeger contrasterend gekleurd, vormen onder de vensters een visuele verbinding van het geheel. Het doopvont is van tropisch hardhout, de doopschaal wordt omvat door een spinnewebmotief. Door de huidige overschilderingen heen zijn de oorspronkelijke Expressionistische abstracte beschilderingen nog zichtbaar. Zowel in de uitgangen als in de kerkruimte zelf is aan elementen als hoog in de wand geplaatste deuren en aanzetten in steen zichtbaar dat de bouw van galerijen tot de mogelijkheden behoorde.

Waardering.

De kerk is van algemeen belang. Het gebouw is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de ontwikkeling de gereformeerde religie in een katholieke regio en tevens als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de centraalbouw in het interbellum. Architectuurhistorisch is het gebouw waardevol vanwege de stijl en de plaats in het oeuvre van de architect. De kerk heeft ensemblewaarde als essentieel onderdeel van een groter geheel, dat stedebouwkundig van nationaal belang is. De kerk heeft bijzondere betekenis vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van de stad. Het godshuis is belangrijk vanwege de gaafheid van ex- en interieur en in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.

Orgel

Het orgel werd in 1966 als opus 532 gebouwd door de firma Willem van Leeuwen Gzn. (Leiderdorp) voor de Petruskerk te Vlissingen. In 2002 restaureerde de firma Pels & Van Leeuwen ('s-Hertogenbosch) het instrument en plaatste het over naar Bergen op Zoom.

Dispositie:

Hoofdwerk (manuaal 2): Prestant 8' - Holpijp 8' - Octaaf 4' - Roerfluit 4' - Octaaf 2' - Mixtuur 1⅓' 4 sterk - Trompet 8'.

Rugwerk (manuaal 1): Roerfluit 8' - Prestant 4' - Fluit 4' - Sesquialter 2⅔' 2 sterk (bij halve registerstand: Quint 2⅔') - Flageolet 2' - Scherp 1' 3 sterk - Dulciaan 8' - Tremulant.

Pedaal: Subbas 16' - Gemshoorn 8' - Octaaf 4' - Fagot 16'.

Koppelingen: Hoofdwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Hoofdwerk.

Cymbelster.

Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-g3. Pedaalomvang: C-f1.


MIP omschrijving (MIP nummer: ZB008-002991)

Bouwstijl

Amsterdamse School

Bouwperiode

Van: 1928 tot: 1928

Gevels en materialen

Baksteen, siermetselwerk in basementen, lijsten en vooruitspringende trappehuizen. Vlechtingen.

Vensters en deuren

Verticale spleetramen met glas-in-lood. Kleine roedenramen.

Dak en bedekking

Schild- en zadeldaken, ruberoidleien en leien. Overhoekse vierzijdige dakruitermet kruis en haan.

Omschrijving

Centraalbouw met een kruisend zadel- en schilddaken. Twee topgevels en tweetweezijdige sluitingen. De kerkruimte met de hoge spleetvensters opgenomen ineen ombouwing van nevenruimten, de tweelaags predikantswoning en dekosterswoning.