Handelingen

Arnhem, Steenstraat 7 - Martinus: verschil tussen versies

Uit Reliwiki

Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 71: Regel 71:


<Gallery>
<Gallery>
Afbeelding:Arnhem R.K.Kerk St.Martinus 1875.jpg|Kopie van foto.
afbeelding:11009_Arnhem_Arnhem_Rooms_Kath._Martinuskerk_1874_Steenstraat_7.jpg
afbeelding:11009_Arnhem_Arnhem_Rooms_Kath._Martinuskerk_1874_Steenstraat_7.jpg
afbeelding:11009_Arnhem_Arnhem_Rooms_Kath._Martinuskerk_1874_Steenstraat_7_(1).jpg
afbeelding:11009_Arnhem_Arnhem_Rooms_Kath._Martinuskerk_1874_Steenstraat_7_(1).jpg

Versie van 17 feb 2010 11:58


Algemene gegevens
Genootschap : Rooms-Katholieke Kerk
Gemeente : Arnhem
Plaats : Arnhem
Adres : Steenstraat 7
Provincie : Gelderland
Jaar ingebruikname : 1874
Huidige bestemming: kerk
Naam kerk : Martinus
Architect : Tepe, A.
Monument-status: Rijksmonument
opname 13-03-2004 foto. Job van Nes. zaandam.
opname 13-03-2004 foto. Job van Nes. zaandam.
opname 13-03-2004 foto. Job van Nes. zaandam.
opname 13-03-2004 foto. Job van Nes. zaandam.
opname 13-03-2004 foto. Job van Nes. zaandam.
opname 13-03-2004 foto. Job van Nes. zaandam.

Geschiedenis

Het Gradussen-orgel in de Martinuskerk is in 2004 gerestaureerd door de fa. Adema. (53-05)

St. Martinus. 1874-1875, A. Tepe. Driebeukige kruisbasiliek in laatgotische Nederrijnse trant. De hoge toren met overhoekse steunberen, drie nissen in ieder gevelvlak en ingesnoerde naaldspits is enkele jaren later gebouwd. Belangrijk vroeg werk van Tepe. Tot de inventaris behoort een laatgotisch houten Mariabeeld. Orgel met twee klavieren en vrij Pedaal, in 1890 gemaakt door de Gebr. Gradussen (Winssen). Klokkenstoel met gelui van vier klokken, waarvan één van P. Hemony, 1671, diam. 86 cm. en drie moderne klokken.

Gebouwomschrijving SKKN

Kerk.

Het inwonertal van Arnhem steeg sterk in de tweede en derde kwart van de 19de eeuw. Deze groei had tot gevolg dat de twee bestaande parochiekerken, de St. Walburgkerk en de St. Eusebiuskerk, te klein werden voor de groeiende geloofsgemeenschap. Geleidelijk ontstond de behoefte aan een derde parochiekerk. Het terrein waar de nieuwe kerk zou verrijzen was oorspronkelijk een begraafplaats. Het terrein werd in 1783 als zodanig in gebruik genomen, in eerste instantie bedoeld voor het begraven van mensen die van de bedeling hadden geleefd, garnizoenssoldaten en mensen die geen graf konden bekostigen. Later werd de begraafplaats als bijzondere begraafplaats gebruikt door het Katholieke deel van de bevolking. In 1851 werd de begraafplaats gesloten, het was te vol en lag inmiddels binnen de bebouwde kom. In 1860 kocht het kerkbestuur van de St. Walburgparochie een eerste stuk grond gelegen vlakbij het kerkhof. Andere grondaankopen volgden in 1872 en 1874. Omstreeks 1874 is men begonnen de stoffelijke resten te ruimen. Op 3 maart 1874 werd door Gedeputeerde Staten toestemming verleend tot het metselen van een kelder voor het bergen van de stoffelijke resten. Van de oude grafzerken bleef er één gespaard, deze grafzerk is in de vloer geplaatst van de huidige Martinuskerk (zie inv. nr. 161). De steen behoorde toe aan het graf van J.A. Dirckson, oud-pastoor van de St.-Walburg. Het was met name deken Th. Brouwer, pastoor van de Walburgkerk, die zich enorm inzette voor het tot stand komen van de nieuwe kerk. Hij was degene die de eerste grondaankopen initieerde. Zijn ziekte en overlijden in maart 1873 hebben het proces wat vertraagd. Hij werd opgevolgd door deken Reinier Janssen, die het resterende kapitaal voor de bouw van de kerk bijeenbracht. De nieuwe kerk werd gebouwd naar ontwerp van de Utrechtse architect Alfred Tepe. Hij ontwierp een neogotische kruisbasiliek met driezijdig gesloten en door kapellen geflankeerd koor en een toren met vier geledingen, eveneens geflankeerd door kapellen. De bouw startte in 1874. Een jaar later, op 20 oktober 1875, werd de Martinuskerk plechtig geconsacreerd door Mgr. A.I. Schaepman. De kerk was bij de inwijding nog niet voltooid, de toren werd later gebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog liepen kerk, pastorie en patronaatsgebouw voor ca. fl. 100.000 schade op. De gebrandschilderde ramen in het koor en het noordelijk transeptvenster werden geheel vernield. De herstelwerkzaamheden werden geleid door pastoor J.J.H. van Rossum. In 1961 werd het kerkinterieur opgeknapt en verdween de neogotische polychromie onder een witte verflaag. In 1994-1998 is de kerk ingrijpend gerestaureerd. Het dak is vernieuwd en de gewelven opnieuw geschilderd. Delen van de oorspronkelijke beschildering zijn toen weer blootgelegd. De raampartij in het koor, die sinds de Tweede Wereldoorlog voorzien was van blank glas, werd voorzien van deels gekleurd glas en een afbeelding van een duif, het symbool van de H. Geest. Het huidige celebratie-altaar is afkomstig uit de kleine Eusebiuskerk aan het Nieuwe Plein, die in 1990 werd afgebroken. Ten tijde van de restauratie is tevens de voormalige doopkapel ingericht als Mariakapel/stiltecentrum.

Pastorie

Als eerste pastoor werd op 20 oktober 1875 H.A.J. Peters benoemd. Hij woonde aanvankelijk in een huurhuis aan de Apeldoornschestraat. In 1876 betrokken de pastoor en de kapelaans een herenhuis, daterend uit omstreeks 1838 aan het Velperplein 20. Dit pand heeft dienst gedaan als pastorie tot 1958, toen werd voor pastoor G.J. Janssen en zijn kapelaans een vijftal flats gekocht aan de Ir. Van Muylwijkstraat. Het pand aan het Velperplein werd verkocht.

Martinuskapel/Poolse kapel

In 1906 werd in de tuin van de pastorie (ten noorden van de kerk) een parochiehuis gebouwd naar plannen van de architect W.G. Welsing (1859-1942). Het gebouw herbergde 2 catechismuskamers en een verdieping voor het patronaat (opgericht in 1901). Op 5 december 1905 vond de aanbesteding plaats. De laagste inschrijver was J. van der Kracht uit Oosterbeek voor fl. 10.398. Op 9 september 1906 werd het gebouw in gebruik genomen. Rond 1921 werden de twee catechismuskamers onder pastoor van Berkel ingericht als kapel, speciaal voor de kindermissen op zondag. In 1946 werd de bovenzaal in gebruik genomen als St. Martinuskapel, in 1963 werd hier een nieuw altaar geplaatst door de St. Vincentius vereniging, afdeling St. Martinus. In 1967 werd de kapel opgeknapt door katholieke Polen. De kapel wordt momenteel gehuurd door de Poolse Katholieke Missie. De huidige inventaris van de kapel is eigendom van de Poolse gemeenschap.