Handelingen

Zwartsluis, Het Singel 18 - Cingelkerk

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Cingelkerk
Genootschap: PKN Gereformeerde Kerk
Provincie: Overijssel
Gemeente: Zwartewaterland
Plaats: Zwartsluis
Adres: Het Singel 18
Postcode: 8064DJ
Inventarisatienummer: 10726
Jaar ingebruikname: 1893
Architect: Groot, W.C. de
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 506332


Geschiedenis

Prachtige Gereformeerde Kerk met toren. Hoogtepunt in de Gereformeerde kerkbouw.

Monumentomschrijving Rijksdienst

De Gereformeerde Doleantiekerk is in 1893 gebouwd door aannemer Weijs na "de Vereniging" tussen een aantal tot dan toe afgescheiden kerkelijke gemeenten. Het kerkgebouw diende ter vervanging van een in 1887 gebouwde houten noodkerk.

Het werd oorspronkelijk aan de linkerzijde geflankeerd door een in neo-renaissance stijl gebouwde kosterswoning annex consistoriekamer, die in de jaren zeventig is afgebroken en vervangen door de bestaande aanbouw met vergaderruimte en pastorie.

Voorgevel. Foto: A. Roks
Kerk gezien vanuit het zuiden.
Detail voorgevel. Foto: A. Roks

De neo-renaissance architectuur van het kerkgebouw is zonder twijfel geënt op de kerkelijke architectuur van Hendrick de Keijser in Amsterdam uit het begin van de 17de eeuw.

Het van oorsprong 18e eeuwse orgel is in 1973 gebouwd door de fa. Van den Berg & Wendt, met gebruikmaking van oudere onderdelen. Het instrument wordt wegens te weinig monumentale waarden echter niet van rijkswege beschermd; de orgelkas wel.

Omschrijving

De kerk is gelegen in een belangrijke bocht van de in de jaren zeventig gedempte stadssingel. De vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken zaalkerk met deels gepleisterde plint en een met pannen gedekt zadeldak met dakkapelletjes heeft aan de Singelzijde een rijk versierde, symmetrische schoudergevel met kleine torenopbouw. Deze zuidelijke façade vertoont het schilderachtige beeld van de neo-renaissance door gebruik van diverse elementen als hoekblokken, klimmende keperfriesen en speklagen. De vier geledingen tellende middenrisaliet heeft een groot rondboogvenster boven een reeks van vier kleinere. De uitkragende bovenste gevelgeleding is onder meer voorzien van lisenen op kraagstukken, een geprofileerde deklijst met voluten en een bekroning die bestaat uit een met leien gedekte torenspits. Deze is opgebouwd uit een uitkragende lijst op consoles, een steil tentdak met dakkapelletjes met fronton en boven de insnoering een torenhelm met octogonale naaldspits op rollijst. De buitenste traveeën van de voorgevel zijn voorzien van aedicula-achtige entreepartijen met voluten, fronton, gedraaide balusters en, geplaatst onder rondboogvensters, zware dubbele paneeldeuren, die waarschijnlijk niet de oorspronkelijke zijn.

De vijf traveeën lange rechter zijgevel is relatief sober met rondboogvensters met boogtraceringen tussen lisenen. Deze vensters zijn geplaatst boven tweelichtvensters (biforen). Rechtsachter in deze gevel bevindt zich een dubbele deur onder een bifoor met glas-in-lood. De achtergevel herhaalt de symmetrische compositie met boogvensters van de voorgevel. Aan de blinde linker zijgevel is in de jaren zeventig genoemde aanbouw gemaakt.

Het interieur van de kerk is symmetrisch over de dwars-as en is voor een groot deel nog in oorspronkelijke staat. Het heeft gestucte muren, een naar de preekstoel aflopende vloer en een houten plafond. De preekstoel is op een verhoog tegen de westgevel geplaatst in een ondiepe nis met korfboog met geprofileerde rand op uitkragende aanzetstenen. De houten, in neo-renaissance stijl uitgevoerde kuip rust op een zeszijdige kolom met geprofileerde voet. De kuip is eveneens zeszijdig en voorzien van zware, gedraaide hoekbalusters, waartussen verzonken panelen met profiellijsten en een lessenaar op de met velours beklede geprofileerde rand. De trap is licht gebogen. De kansel heeft een houten rugpaneel met voluten in de vleugelstukken en een verlichtingsvenster. Aan weerszijden van de nis hangt een houten bord met fronton en spreuk. De blinde westgevel is evenals de andere gevels voorzien van een houten lambris en een profiellijst op ca. 1,20 meter hoogte. In de kerk staan de originele houten banken, (met voluten in de zijkanten en geprofileerde deklijsten) in vijf delen gegroepeerd rondom de preekstoel.

De achterste van de reeksen gebogen hoekbanken staan met de ruggen tegen het vernieuwde ingangsportaal annex trappenhuis.

De deuren en hun omlijsting in dit portaal zijn mogelijk afkomstig uit de oorspronkelijke portalen. De drie zijden van de tegenover de kansel staande gaanderij worden gedragen door de originele houten kolommen met uitkragende koppen en met profielranden aan het bredere basement. De onderkant van het balkon toont de lange geprofileerde vloerbalken die zijn bevestigd aan de op de kolommen liggende raveelbalken. Het balkon is voorzien van nieuwe banken en een nieuwe balustrade.

De kerk heeft een houten plafond met uitkragende randen tegen de dakaanzet en spanten die steunen op twee soorten gesneden korbelen. De grotere zijn voorzien van gedraaide houten balusters op uit de muren stekende geprofileerde kraagstukken en zijn door trekstangen met elkaar verbonden. De trekstangen zijn met de zoldering verbonden door middel van hangstaven. De kap is samengesteld uit een reeks eenvoudige Hollandse spanten met enkelvoudig hangwerk en een extra versteviging van hanebalken.

Het orgel, waarvan het instrument niet van Rijkswege wordt beschermd, is gevat in neobarokke kassen met zware, geprofileerde kappen en verguld blinderingssnijwerk. Het heeft een hoofdwerk met een zevenledig front en bestaat uit een hoger opgaande halfronde middentoren met één halfrond pijpveld en twee lagere tweeledige zijtorens met overhoekse pijpvelden en vleugelstukken aan de zijpanelen. Het in de balustrade opgenomen rugwerk heeft dezelfde samenstelling maar zonder vleugelstukken. De kappen zijn hier echter bekroond met de originele, van beschilderde terracotta vervaardigde, bazuinblazende engelen op de zijtorens en een harpspelende David op de middentoren.

Waardering

De kerk heeft een gave, rijk versierde facade met opvallende torenbekroning en een grotendeels origineel interieur. Hierdoor en vanwege de esthetische kwaliteiten, door de zorgvuldig gedetailleerde vormgeving, is de kerk van architectuur-historisch belang. Door situering is de kerk tevens stedebouwkundig van grote betekenis. Het gebouw is bovendien van belang voor de historie van de kerkbouw en de diverse 19de-eeuwse ontwikkelingen op religieus gebied, waardoor het ook cultuurhistorische waarde heeft.

Orgel

Het orgel is in 1974 gebouwd door de firma Van den Berg & Wendt (Zwolle en Nijmegen) met gebruikmaking van enkele waardevolle bestanddelen uit het vorige orgel in deze kerk. Dat was in 1880 door Zwier van Dijk (Kampen) vervaardigd, maar ook hij gebruikte oudere bestanddelen. Het rugwerkfront is een viervoets front uit de 18de eeuw. Ook de beide fluiten van het rugwerk zijn 18de eeuws. De Subbas dateert van ca 1900. In 1974 is de hoofdwerkkas nieuw gemaakt. Het is een vergroting van het rugpositief. In 1992 is het orgel door de firma Kaat & Tijhuis (Kampen) gereinigd en opnieuw geïntoneerd.

Dispositie
  • Hoofdwerk (manuaal 2): Prestant 8' - Roerfluit 8' - Octaaf 4' - Gedekte fluit 4' - Quint 2⅔' - Octaaf 2' - Woudfluit 2' - Mixtuur 1⅓' 4 sterk - Trompet 8'.
  • Rugwerk (manuaal 1): Holpijp 8' - Quintadeen 8' - Prestant 4' - Fluit 4' - Octaaf 2' - Quint 1⅓' - Sesquialter 1⅓' 2 sterk - Scherp 1' 4 sterk - Kromhoorn 8' - Tremulant.
  • Pedaal: Subbas 16' - Prestant 8' (transm.) - Octaaf 4' - Fagot 16'.
  • Koppelingen: Hoofdwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Hoofdwerk.

Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-g3. Pedaalomvang: C-f1.


Afbeeldingen

Exterieur

Interieur