Handelingen

Velsen, Wijkerstraatweg 55 - St. Joseph

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: St. Joseph
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Noord-Holland
Gemeente: Velsen
Plaats: Velsen-Noord
Adres: Wijkerstraatweg 55
Postcode: 1951EB
Sonneveld-index: 00610
Jaar ingebruikname: 1908
Architect: Stuyt, J.
Huidige bestemming: buiten gebruik
Monument status: Rijksmonument 520714

Geschiedenis

R.K. Kerk van Velsen-Noord. Prachtige, karakteristieke Stuytkerk met toren. Afgebouwd in 1928.

  • 2022 - Deze te groot geworden kerk is tijdelijk buiten gebruik. Men kerkt tijdelijk in een zaal naast het kerkgebouw. Een groot deel van de kerk wordt verbouwd tot kantoorruimten. Een klein deel van de kerk blijft over als kleine(re) R.K. kerk.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Op een ruim perceel tussen de Wijkerstraatweg en de Grote Hout- of Koningsweg gesitueerde rooms-katholieke KERK gewijd aan Sint Joseph.
Deze georiënteerde basiliek met toren op het zuidwesten werd in twee fasen gebouwd naar ontwerp van architect Jan Stuyt: met de eerste steenlegging op 19 maart 1908 (het feest van St. Joseph) werd begonnen aan de bouw van koor, dwarsschip, eerste schiptravee en sacristie; de tweede bouwfase vond plaats in 1927-1928 en breidde de kerk uit met vier schiptraveeën en een hoektoren.
Blijkens een bewaard gebleven presentatietekening was overigens aanvankelijk een tweetorenfront gepland. De architectuur van de kerk grijpt terug op de vroegchristelijke basilica. In het interieur zijn tussen 1917 en 1919 door de kunstschilder Albert Loots muurschilderingen aangebracht in het koor en het transept. Het verhoogde priesterkoor is in 1978 verlengd tot halverwege de viering.

Omschrijving

Driebeukige basiliek met een plattegrond in de vorm van een Latijns kruis en transeptarmen lager dan de middenbeuk. De middenbeuk wordt aan de westzijde geflankeerd door een hoektoren rechts (ZW) en een driekwartronde voormalige doopkapel links (NW). Aan de oostzijde van de kerk bevindt zich een halfrond gesloten koorabsis en twee tegen de transeptarmen aansluitende dito zijkapellen, alle drie voorzien van een veelhoekig dak waarop rode tuiles du nord. De lessenaardaken van de zijbeuken en de zadeldaken van het middenschip en de transeptarmen zijn gedekt met hetzelfde type dakpan, evenals het schilddak op de tegen de noordelijke transeptarm aangebouwde sacristie. De laatste is één bouwlaag hoog op een rechthoekig grondplan.
De toren heeft een koperen tentdak; de voormalige doopkapel een veelhoekig koperen dak. De buitengevels zijn gemetseld in geelrode machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg. Het omgaande trasraam is evenals de sokkel van de toren uitgevoerd in rode machinale waalklinkers in hetzelfde metselverband en voegwerk. Onder de vensters van de zijbeuken, het transept en de koorabsis wordt het muurwerk verlevendigd door een muizentand. Vrijwel alle rechtbeëindigde muurdelen hebben bovenaan een breed tegelfries van zwarte en witte tegels in schaakbordpatroon en hierboven (niet bij de koorabsis en de zijkapellen) een bakgoot op getrapt geprofileerde klossen.
De aan een voorplein gelegen voorgevel (W) heeft een rechthoekige portaaluitbouw onder een zadeldak met rode tuiles du nord. In de door een keperfries verfraaide voorzijde van het portaal bevindt zich een opgeklampte dubbele rondboogdeur omgeven door getrapt gemetselde dagkanten. De zijkanten van het portaal zijn voorzien van een opgeklampte deur en een klein venster. Boven het door een kruismotief bekroonde portaal heeft de voorgevel een groot rondvenster en hoger een gepleisterde driepasnis. De voorgevel wordt afgesloten door een klimmend rondboogfries.
De voormalige doopkapel links telt vijf kleine rondboogvensters. De op vierkant grondplan gebouwde toren rechts is voorzien van een opgeklampte deur in de voorzijde en kleine rondboogvensters. De top is naar vier zijden geopend met drie rondbogen op natuurstenen zuilen. Hieronder en -boven wordt de top verlevendigd door een zwartwit geblokt tegelfries als genoemd. Het onderste tegelfries wordt onderbroken door wijzerplaten van zwartgeverfd pleisterwerk. Het koperen tentdak van de toren wordt bekroond door een bol waarop een kruis. De zijbeuken worden door lisenen in vijf traveeën geleed met in elke travee een rondboogvenster en tegen de tweede en vierde travee een rechthoekige biechtstoeluitbouw opgetrokken in halfsteens verband onder een plat dak. Het door steunberen gelede middenschip heeft per travee twee gekoppelde rondboogvensters. In de smalle westelijke travee boven de doopkapel bevindt zich echter één rondboogvenster. De door hoeklisenen geflankeerde en bovenaan met een klimmend fries afgesloten transeptgevels zijn elk voorzien van drie rondboogvensters van gelijke grootte en een vierpasnis in de top. De sacristie en de tegen de westgevel hiervan aangrenzende vlakgedekte cv-ruimte zijn voorzien van kleine rondboogvensters en een opgeklampte deur. In beide zijkapellen bevinden zich drie kleine rondboogvensters, en in de gevel erboven één rondboogvenster. De koortravee heeft een hoog rondboogvenster en bovenaan een gemetseld ruitmotief. Eenzelfde motief bevindt zich links- en rechtsboven in de rechte oostgevel van het koor. Boven het absisdak is de door een klimmend keperfries beëindigde oostelijke koorgevel voorzien van een nis waarin een beeld van de patroonheilige St. Jozef. De koorabsis telt vijf hoge rondboogvensters en heeft onder het middelste venster een uitbouwtje met een zadeldakje en een rondboognis. Hierin staat sinds 1918 een Heilig Hartbeeld.

Het INTERIEUR heeft een breed middenschip en twee smalle zijbeuken. In het middenschip staan twee door een middenpad gescheiden blokken sober vormgegeven eikenhouten banken. Het middenschip en de als zijpad fungerende zijbeuken worden van elkaar gescheiden door pijlers van gele verblendsteen die door dito rondbogen met elkaar verbonden worden. De in doorsnede rechthoekige pijlers hebben evenals de in gele verblendsteen uitgevoerde pilasters tegen de zijbeuksmuren sokkels van bruinrode waalklinkers. De muren zijn gepleisterd en voorzien van ramen waarin pastelkleurig kathedraalglas. Op de vloer liggen grijsporfieren tegels met een rand van zwarte tegels. De plafonds bestaan uit houten casetten die beschilderd zijn met (overwegend) bloem- en stermotieven in blauw, wit en goud. De transeptarmen waarin zijbanken staan opgesteld openen elk met twee grote rondbogen naar de kruising. De Jozef- en Mariabeelden die in de aan hen gewijde zijkapellen stonden, staan nu in het koor.
De muurschilderingen boven de kapellen zijn evenals die bovenin het koor van de hand van Albert Loots. De wandschildering (1918) boven de noordelijke zijkapel, de voormalige Mariakapel, toont het huwelijk van Maria en Jozef en twee heiligen: linksboven Theresia en rechtsboven Franciscus. Op de uit 1919 daterende wandschildering boven de vroegere Jozefkapel (thans doopkapel) staan links- en rechtsboven respectievelijk de H. Bernardinus en de H. Gertrudis afgebeeld en hieronder de Heilige Familie als toevlucht voor alle standen, met onder andere daarbij afgebeeld luitenant Henri Belletable, de oprichter van de Broederschap van de Heilige Familie. Het koor is in 1917 beschilderd met muziekspelende engelen tussen de ramen en in het halfronde koepelgewelf de hemel met een tronende God en aan zijn rechterhand Christus. Het koorgedeelte ligt enkele treden verhoogd met daarop twee altaren en een ambo. Onderin de zuidoostelijke vieringpijler is een eerste steen ingemetseld met de volgende inscriptie: ""EERSTE STEEN GELEGD/ DOOR/ + A. WAARE +/ DEKEN VAN BEVERWIJK/ + XIX MAART MCMVIII +"". Vanuit de zijbeuken geven paneeldeuren waarin groen glas in lood toegang tot de uitgebouwde biechtstoelen. De kruiswegstaties aan de wanden van de zijbeuken zijn in 1923 geschilderd door Martin Feuerstein. Tegen de westmuur van het middenschip staat een houten galerij waarop een tweeklaviers Pelsorgel met open opstelling (niet meer bespeelbaar). Drie deuren onder de galerij geven toegang tot portalen waarvan het middelste een vloer en casettenplafond heeft als in de kerk.

Waardering

De St. Josephkerk met bijbehorend interieur is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een rooms-katholieke kerk uit de eerste helft van de 20ste eeuw, opgetrokken in een op vroegchristelijke basilica teruggrijpende bouwtrant. Tevens is het kerkgebouw van belang als karakteristiek werk uit het oeuvre van architect Jan Stuyt.

Orgel

Het orgel is gebouwd door firma B. Pels in 1928. Het orgel is niet meer in gebruik, alleen de frontpijpen en speeltafel zijn nog aanwezig. Men maakt nu gebruik van een electronisch Monarke orgel, welke staat opgesteld in het koorgedeelte van de kerk. De boxen staan achter het loze orgelfront.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Renovatie 2016

Interieur

  • Op zoek naar meer afbeeldingen.