Oosterwolde, Prinsenstraat 5 - Ned. Hervormde Kapel (1928 - 1996)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Ned. Herv. Kapel |
Genootschap: | Rechtzinnig Herv. Evangelisatie |
Provincie: | Friesland |
Gemeente: | Ooststellingwerf |
Plaats: | Oosterwolde |
Adres: | Prinsenstraat 5 |
Postcode: | 8431LA |
Jaar ingebruikname: | 1928 |
Architect: | Meek, M.O. |
Huidige bestemming: | cultureel centrum |
Monument status: | Rijksmonument 514111 |
Geschiedenis
Voormalige Rechtzinnig Hervormde kapel. Van 1976 tot 1996 ook kerkdiensten van de Molukse Evangelische kerk.
Prachtige kapel met dakruiter in Amsterdamse School stijl, ontworpen door Melle Oenes Meek (1888-1962).
Buiten gebruik in 1996.
De kapel is verkocht aan een particulier en wordt nu gebruikt als trouwlocatie en als tentoonstellingsruimte voor verzamelingen.
Monumentomschrijving Rijksdienst
- Inleiding
De KAPEL van de voormalige Evangelisatie Vereeniging 'Immanuel' te Oosterwolde en Fochteloo is gerealiseerd naar ontwerp van M.O. Meek in Interbellum-architectuur in het jaar 1928, getuige de gedenksteen in de voorhal: EERSTE STEEN GELEGD E.Y. DIKKERBOOM / EVANGELIST / 16 MEI 1928 / (...) //. Aannemers waren de Gebr. K. en W. Ebbes uit Oosterwolde. De kapel ligt teruggerooid aan de Prinsenstraat en is west-oost georin- teerd. Voor en ten zuiden van de kapel ligt een plein.
Het zaalkerkje, in de volksmond ook 'het lokaal' genoemd, werd gebruikt door de rechtzinnige hervormden. Deze afsplitsing ontstond als reactie op het Modernisme en de toenemende vrijzinnigheid in de kerkelijke gemeente.
De kapel vertoont formeel enige verwantschap met het kerkje te Elsloo uit 1913 dat is gebouwd naar ontwerp van O.M. Meek, vader van voornoemde. Aan de achterzijde is de consistoriekamer uitgebouwd met een hal en een verenigingslokaal, genaamd 'De Uitbouw'. Deze uitbreidingen zijn van ondergeschikt belang voor de bescherming van rijkswege. Het orgel uit 1942 valt, wegens te weinig monumentale waarde, buiten de bescherming van rijkswege.
- Omschrijving
De kapel heeft een rechthoekige plattegrond en bestaat uit één bouwlaag op een trasraam van roodbruine bakstenen dat wordt afgesloten door een strek-laag. Het opgaande muurwerk is opgetrokken in gele bakstenen onder een steil zadeldak belegd met zilverkleurige gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Het dak heeft een brede overstek met een gootlijst en hoekpannen bij de topgevels. Op de nok staat een dakruiter bekleed met leien in maas-dekking en bekroond door een met zink beklede spits waarop een windwijzer staat; aan de vier zijden van de dakruiter zijn galmopeningen.
De westfaçade heeft een voorportaal onder een plat dak met een dubbele rondboog voordeur en twee kleinere, rondboog zij-ingangen; de deuromlijstingen zijn straalsgewijs gemetseld in gele bakstenen, het overige opgaande muurwerk in roodbruine bakstenen.
Voor de hoofdingang is een bakstenen stoep met rooster en aan weerszijden een gemetselde bloembak. De hoofdingang heeft lisenen met siermetselwerk als afsluiting en twee ijzeren verticale drielichtvensters. De hoeken van het bouwblok zijn aan de oostgevel optisch als steunberen opgemetseld in roodbruine bakstenen. Boven het voorportaal is het opschrift: NED. HERV. KAPEL // met metalen letters; daarboven een ijzeren drielichtvenster, elk venster achtruits met draadglas in een bakstenen omlijsting. De geveltop heeft een driehoekig zolderlicht, siermetselwerk en een aveinkel. De zuid- en noordgevel worden geleed door vijf vensterpartijen: van west naar oost zijn dat een klein drielichtvenster, drie hoge tweelichtvensters en een klein tweelichtvenster. Alle lichtopeningen hebben bakstenen afzaten en stalen ramen met deels gebrandschilderd glas en geelgekleurd matglas. Op de beide nokhoeken staan kleine gemetselde schoorstenen. Aan de westzijde van de zuidgevel is een ingang.
Aan de westgevel van de kerkzaal is de consistorie gebouwd onder een plat dak; in de westgevel zijn vensters. Op het dak, langs de geveltop, staat een schoorsteen. De ruimtelijke indeling van het INTERIEUR is structureel gaaf en bestaat uit een voorhal met betegelde vloer, de kerkzaal met opvallend paraboolgewelf en de consistoriekamer. Het bevat onder meer de volgende oorspronke-lijke interieuronderdelen: de vaste banken onder de koorgalerij; de koor-galerij; het houten preekgestoelte in een nis; tekstborden aan de wanden. Het orgel uit 1942 valt, wegens te weinig monumentale waarde, buiten de bescherming van rijkswege. De consistoriekamer heeft een kastenwand en een betegelde schoorsteenmantel. Alle deuren en deuromlijstingen zijn oorspronkelijk.
- Waardering
De kapel, in 1928 in Oosterwolde gerealiseerd naar ontwerp van M.O. Meek, is van cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
- als uitdrukking van een kerkhistorische ontwikkeling, met name de ontwikkeling van de Hervormde kerk: in het bijzonder van de evangelisatiebeweging binnen de Hervormde kerk,
- vanwege de hoge mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp,
- vanwege het materiaalgebruik en de detaillering,
- vanwege de bijzondere samenhang tussen ex- en interieur,
- vanwege de hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur,
- vanwege de visuele gaafheid in het straatbeeld.