Maastricht, Sint Servaasklooster 14 - Kloosterkapel Zusters Onder de Bogen
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Carolus Borromeus |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Limburg |
Gemeente: | Maastricht |
Plaats: | Maastricht |
Adres: | Sint Servaasklooster 14 |
Postcode: | 6211TE |
Sonneveld-index: | 13192 |
Jaar ingebruikname: | 1900 |
Architect: | Kayser, Joh. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 506872 (kapel) |
Geschiedenis
Kapel van het klooster van de Zusters Onder de Bogen. Grote, architectonisch uiterst belangrijke, neogotische kapel. Dit hele kloostercomplex, vlak tegenover de westelijke voorgevel van de Sint Servaasbasiliek, heeft Rijksmonumentnummer 506868.
Orgels
Hoofdorgel
Het hoofdorgel is gebouwd door Vermeulen in 1926.
Koororgel
Het koororgel is gebouwd door R. Seifert und Sohn in 1967 voor Huize Immacalata in Rijckholt. Het orgel is na 2000 overgeplaatst naar de kapel van klooster zusters Onder de Bogen.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Driebeukige neo-gothische KLOOSTERKERK, in 1899-1900 gebouwd door aannemer J. Reggers, naar een ontwerp van architect Johannes Kayser en in opdracht van de Zusters Onder de Bogen. De kerk (gebouw G) is gesitueerd op de binnenhof van het klooster, dwars op de zgn. Vincentiuszaal (gebouw H). Voor de bouw van deze kloosterkerk moest een deel van de dertiende eeuwse stadsmuur worden afgebroken. Het interieur van de kapel werd in de zestiger jaren versoberd. De aanbouwen aan de noorderbeuk zijn uitgesloten van bescherming.
Omschrijving
Kloosterkerk op kruisvormige plattegrond, met vijfhoekige absis, transeptarmen met vlakke beëindigingen en uitgebouwde kapellen aan de westzijde. Het geheel is opgetrokken in baksteen, gemetseld in kruisverband. Schip met vier traveeën, onderling gescheiden door zich verjongende steunberen met hardstenen afdekking. Elke travee bezit in de lichtbeuk een gekoppeld spitsboogvormig drielichtsvenster in een keperboogvormige lijst van lichter getinte baksteen, in de zijbeuk gekoppelde, spitsboogvormige tweelichtsvensters met een lichtrode bakstenen lijst. In de gevels van de transeptarmen is een gekoppeld, symmetrisch vijflichtsvenster geplaatst. Gecombineerde blok- en muizetanddecoraties onder de gootlijst. Hardstenen dorpels en dorpellijsten.
De kloosterkerk wordt gedekt door zadel-, schild- en lessenaarsdaken met leien. Nokpiroenen. Zes kleine dakkapellen met smeedijzeren spitsen.
In het rijke INTERIEUR zijn onder meer van belang: de tien zwartmarmeren zuilen; scheiwanden met triforia en lichtbeuk waarbij de spitsbogen en vensters afwisselend met rode en gele baksteen omlijst zijn; de glas-in-lood-ramen en de altaarretabels.
In 1909 plaatste atelier J.W. Ramakers Beeldhouwers te Geleen een Maria-altaar. Het Maria beeld met het kindje Jezus werd voor levering tentoon gesteld aan Internationale Tentoonstelling voor Kerkelijk Kunst in Den Bosch. Atelier Ramakers behaalde daarmee de Gouden Medaille en Eere Medaille voor het beste en mooiste tentoongestelde kunstvoorwerp. Tevens plaatste atelier Ramakers een communiebank. Later werd deze in tweeën gedeeld.
Waardering
De kloosterkerk is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling. Het gebouw beschikt vanwege de neo-gothische bouwstijl, de betrokkenheid van architect Johannes Kayser, de esthetiek en het rijkgeornamenteerde interieur over streekgebonden architectuurhistorische kwaliteiten.
De kerk bevindt zich, als onvervreemdbaar deel van het kloostercomplex van de Zusters Onder de Bogen, in het beschermde stadsgezicht Maastricht en is door haar situering op de locatie van de voormalig dertiende eeuwse stadswal ten zeerste verbonden met de uitbreiding van de stad. De kerk beschikt bovendien over een hoge mate van architectonische gaafheid en redelijke mate van architectuurhistorische zeldzaamheid.