Heerde, Dorpsstraat 31 - Johanneskerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Johanneskerk |
Genootschap: | (PKN) Protestantse Kerk in Nederland |
Provincie: | Gelderland |
Gemeente: | Heerde |
Plaats: | Heerde |
Adres: | Dorpsstraat 31 |
Postcode: | 8181HM |
Jaar ingebruikname: | 15e, 1923 |
Architect: | Pothoven (verbouwing 1923) |
Huidige bestemming: | kerk |
Sonneveld-index: | |
Monument status: | Rijksmonument 520198 |
Bouwjaar: | 1400-1450 |
Type: | Kerk |
Functie: | Religieus |
Geschiedenis
Historische kerk met toren. Spits vernieuwd, schip in 1923 vervangen.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Hervormde KERK, bestaande uit de laatgotische TOREN, het SCHIP uit 1923, en het KOOR, vermoedelijk uit de eerste helft van de 15de eeuw. De rijzige toren heeft drie geledingen, een vierkant grondplan, en wordt bekroond door een achtzijdige ingesnoerde naaldspits uit 1907. De sokkel is opgetrokken in baksteen, voor het overige is tufsteen toegepast. In 1869 werd de toren voorzien van een detaillering van boognissen en friezen in neoromaanse trant. Om de spits een neogotische balustrade. Op de derde geleding is een mechanisch torenuurwerk van L.W.F. Volcke te 's-Gravenhage, uit het laatste kwart van de 19e eeuw aangebracht.
Het SCHIP is als centraalbouw ontworpen door de Amersfoortse architect J. of W. Pothoven in 1923, Het kerkschip heeft een plattegrond in de vorm van een Grieks kruis en wordt gedekt door leien in Maasdekking. De haaks op elkaar geplaatste zadeldaken bezitten gelijke nokhoogten. De gevels (Vlaams verband) zijn in gele baksteen opgetrokken. Het in hetzelfde metselverband uitgevoerde, door een rollaag afgesloten omlopende trasraam, is door drie verdiepte metsellagen in drieën verdeeld. Het kerkschip bezit symmetrisch ingedeelde gevels. De even hoge als brede, als dwarsarmen op te vatten gevels met doorgetrokken dakschilden, zijn aan elkaar identiek. Van de oostelijke en westelijke eindgevel kan dat in grote mate eveneens worden gezegd, zij het dat deze door respectievelijk het koor en de toren worden begrensd. Onder alle deklijsten van de vier eindgevels vlechtingen in rode baksteen. De hoeken van de gevels zijn tot steunberen uitgebouwd die naadloos aansluiten op het metselverband van de voorgevel. Deze ondersteunen onder meer de brede van klossen voorziene, bakgoten die alleen in de hoeken waar de haaks op elkaar geplaatste zadeldaken elkaar raken voorkomen. De toegangsportalen die de toren flankeren zijn eveneens met bakgoten uitgerust.
De door de puntgevel bepaalde NOORDZIJDE bezit boven het reeds genoemde trasraam in het midden een paraboolvormig venster met glas in lood ingevuld. De schenkels van de uit een dubbele rollaag bestaande boog worden door een zwart geteerde uitgemetselde baksteen sierlijst begeleid. Deze sierlijst heeft zijn basis boven de hardstenen lekdorpel op een ijzeren band die voor het venster loopt. Op de hoeken van de gevel, die wordt gevormd door een aansluitende steunbeer met twee betonnen afzaten, wordt dit venstertype gekoppeld, herhaald. Het middelste venster van de vijf hierboven geplaatste lancetvensters wordt aan weerszijden door twee in hoogte opklimmende vensters geflankeerd. De op een gezamenlijke lekdorpel rustende vensters, worden door een gemetselde montant en een hardstenen spruitstuk, dat in een vorktracering uitmondt, gedeeld en vormen een variant op het hiervoor genoemde raamtype. Onder de kruin van de puntgevel komt een lichtspleet voor met hardstenen lekdorpel. Onder de deklijst van de door een dekstuk bekroonde topgevel komen vlechtingen in rode baksteen voor. In de oostelijke en westelijke gevel van deze dwarsarm komt een toegang met bordes voor. Het kozijn dat de dubbele geteerde paneeldeur omvat, rust op een hardstenen dorpel en is voorzien van dito neuten. Het deurkozijn wordt door een streklaag afgesloten. De smalle gevel van het kerkschip die door een steunbeer in de binnenhoek van de haaks geplaatste noordmuur die grenst aan de toren, bevat een glas in lood venster van het type zoals dat voorkomt in de eindgevel hiervoor besproken boven het trasraam.
Het OOSTEINDE grenst aan het smallere en lagere gotische koor. Ter linker- en rechterzijde bevindt zich tussen een steunbeer van het koor en die haaks op de hoek van de gevel, een lancetvenster van het type zoals dat voorkomt in de noordzijde. Ter weerszijden van het uitgemetselde rookkanaal in het midden van de gevel komt een lichtspleet voor.
De ZUIDZIJDE is identiek aan de noordzijde.
De WESTZIJDE die voor het grootste deel in beslag wordt genomen door de toren bezit links en rechts een met een tentdak (leien in maasdekking) gedekte uitbouw die als toegangsportaal dienst doet. In de westzijde bevindt zich een gekoppeld paraboolvormig venster van het type zoals dat voorkomt in de dwarsarmen boven het trasraam. De zuid- en noordzijde bevatten dubbele paneeldeuren zoals die ook reeds zijn beschreven.
In het INTERIEUR valt met name de houten kapconstructie van de deels ziende kap op, die in tegenstelling tot de eerste indruk, niet een gewelf draagt maar in feite een vlakke houten zoldering ondersteunt. De ruimte tussen de boogschenkels en de vlakke zoldering wordt door vakwerk opgevuld. In het kerkschip zijn de oorspronkelijke vurenhouten lambrizering en het bankenplan bewaard op zijn originele plaats gebleven. Fraaie onderdelen vormen de van houtsnijwerk voorziene oude preekstoel, geplaatst tegen een achterwand en onder een klankbord uit de bouwtijd van het schip. Boven die achterwand, in de scheidingsmuur met het koor, een groot spitsboogvormig venster, voorzien van glas-in-lood. Verder zijn onder meer van belang de kroonluchters. Het gotische KOOR heeft een vijfzijdige sluiting met steunberen en hoge spitsboogvensters en is gedekt met leien in rijndekking. Het interieur is met kruisribgewelven overkluisd. Er zijn contemporaine muur- en gewelfschilderingen aanwezig. Een hardstenen gedenksteen uit 1895 memoreert Willem Karel van Dedem, Heerde 1839-Calcutta 1895.
- Het hoofdorgel
Het orgel in Heerde is tussen 1843 en 1845 gebouwd door Johann Heinrich Holtgräve uit Deventer. Hij overleed tijdens de werkzaamheden in 1844. Zijn meesterknecht Jan Klein Onstenk voltooide het instrument. Vermoedelijk is Holtgräve ook geassisteerd door J.C. Scheuer uit Zwolle. Op 30 maart 1845 is het instrument in gebruik genomen. Het orgel is waarschijnlijk gebouwd met één manuaal en aangehangen pedaal. Mogelijk is door Klein Onstenk een tweede manuaal gemaakt. In 1925 werd het orgel door De Koff gerestaureerd en uitgebreid met een vrij pedaal. Tevens verving hij de Dulciaan op het bovenwerk door een Hobo. In 1964 is het orgel door Reil gerestaureerd en uitgebreid met een derde klavier. In feite bouwde Reil een geheel nieuw orgel. Het oude instrument kwam als hoofdwerk in een nieuw groot front met bovenwerk, rugpositief en pedaaltorens. Het grootste deel van het oude hoofdwerk werd weer geplaatst. De verbouwing startte op 1 maart 1964. Op 18 december van hetzelfde jaar kon het in gebruik worden genomen. Adviseur was Simon C. Jansen. Het telt thans 34 stemmen.
Orgel
Het kistorgel in het koorgedeelte van de kerk is gebouwd door P. Hammingh in 1987.
Waardering
KERK, bestaande uit een middeleeuwse toren en koor, met een schip gebouwd in 1923 door J. of W. Pothoven uit Amersfoort. -Van architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten in in- en exterieur zoals gave verhoudingen tussen de onderdelen en rijke detailleringen van het kerkschip in de stijl van de Amsterdamse school, in harmonie met de karakteristieke detailleringen van toren en koor, waaronder contemporaine muur- en gewelfschilderingen. -Van stedenbouwkundige waarde vanwege haar ligging aan de zuidzijde van het kerkplein. De kerk vormt door haar afmetingen en bijzondere silhouet een karakteristiek beeld in de dorpskern van Heerde. -Van cultuurhistorische waarde vanwege zijn bestemming welke is verbonden met een religieuze ontwikkeling vanuit het oorspronkelijke gebruik als kerk reeds vóór de Hervorming en de moderne inpassing ten behoeve van de Nederlandse Hervormde Gemeente.
Gebouwomschrijving SKKN
Het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente te Heerde staat bekend als Grote- of Johanneskerk. De kerk was oorspronkelijk gewijd aan de evangelist Johannes. Het koor en de onderbouw van de toren dateren uit de vijftiende eeuw. De detaillering van de toren met boogfriezen en boognissen in stucwerk is in 1869 aangebracht; de spits en de balustrade van de toren dateren uit 1907. De toren is in 1986 gerestaureerd.
Het tussenliggende schip met de hoogopgaande daken is in 1923 gebouwd naar ontwerp van architect H.A. Pothoven te Amersfoort in de in die tijd in zwang zijnde stijl van het expressionisme. Bij die gelegenheid is het koor met één travee (ca. drie meter) ingekort. Tussen koor en schip kwam toen de huidige houten wand met twee deuren waarboven glas-in-lood. Tegen deze wand is de preekstoel geplaatst. De preekstoel was tot 1923 toegankelijk vanaf een verdiepingsvloer in het koor, ter hoogte van de onderkant van de vensters. Met de bouw van het schip in 1923 verdween deze verdiepingsvloer en kreeg de preekstoel een trap aan de rechterzijde in het nieuwe schip. Het koor van de kerk wordt als consistorie gebruikt en is in 1992 gerestaureerd.Tijdens de restauratie kwamen de fraaie middeleeuwse muurschilderingen tevoorschijn.
Aan de noordzijde van de kerk ligt het kerkelijk bureau, los van de kerk. Een tweetal kamers is als zodanig in gebruik, de rest wordt verhuurd. Aan de zuidzijde van de kerk ligt het zgn. 'Koetshuis' (vroeger de stalling voor de lijkkoets) waar kindernevendienst e.d. wordt gehouden.
Jeugdcentrum 'Welgelegen', eigendom van de kerk, is gevestigd in een buiten het kerkterrein gelegen villa.
In de media
- Uit Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 30 December 1845.
Te Heerde (Gelderland) heeft op den namiddag van den 2den Kersdag (sic), een orgelconcert plaats gehad ten voordeele der armen. Eerst sedert het begin dezes jaars, is de hervormde gemeente aldaar in 't bezit van een orgel, en verheugt ze zich daarin door de milddadige beschikking van een harer leden, ook het aanwenden van dit geschenk tot leniging der armoede, verlevendigt de dankbare herinnering aan hem, die het zijne woonplaats vermaakte. Eene talrijke schare was in 't bedehuis opgekomen, om het concert bij te wonen, en de opbrengst daarvan zal dezen winter den armen menige verkwikking schenken. Eere hun, die medewerkten tot zulk een weldadig doel!