Handelingen

Arnhem, Kloosterstraat 3 - Kloosterkapel Sint Joseph

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam object: Kloosterkapel Sint Joseph
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Gelderland
Gemeente: Arnhem
Plaats: Arnhem
Adres: Kloosterstraat 3
Postcode: 6824RA
Inventarisatienummer: 14885
Jaar ingebruikname: 1929
Architect: Beers, H.C.M. van
Huidige bestemming: woonhuis
Monument status: Gemeentelijk monument


Geschiedenis

Kloosterkapel als onderdeel van het imposante R.K. complex met de St. Jozefkerk.

Buiten gebruik. Woning.

Bouwjaar: 1927 Bouwstijl: zakelijke, traditionele (gotiek) en Amsterdamse school elementen Architect: H.C.M. van Beers

Motivering Gemeente Arnhem:

Het object is van belang voor de gemeente Arnhem vanwege zijn architectonische waarde, situeringswaarde en cultuurhistorische waarde.

Toelichting:

Dit voormalige kloostergebouw vormt een onderdeel van het imposante katholieke ensemble dat omsloten wordt door de Rosendaalseweg, de Kloosterstraat en de Vondellaan en ontstaan is in de periode van de jaren 1920. Tot dit ensemble behoren behalve het zusterklooster ook de St. Jozefkerk met bijbehorende pastorie, twee scholen en een parochiehuis. Het klooster bevindt zich aan de rand van de wijk Paasberg, direct ten zuiden van de wijk Geitenkamp. Deze uitgestrekte arbeiderswijk is in de jaren 1920 ontstaan en werd voor een deel ingevuld door woningbouwverenigingen met een R.K. signatuur. Zoals gebruikelijk werden nieuwe wijken al vrij snel voorzien van kerkgebouwen met de bijbehorende infrastructuur. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de Geitenkamp een R.K. kerk zou krijgen in de wijk zelf. Men slaagde er echter niet in een benodigd stuk grond in de wijk te verwerven. Uiteindelijk verwierf men een stuk grond aan de overzijde van de Rosendaalseweg. Aanvankelijk kwam hier een eenvoudige houten noodkerk te staan naar het ontwerp van de architect W.J. Eich. Pastoor Henri van de Loo wist echter zijn ambitieuze plannen voor een imposante kerk te realiseren. Architect Van Beers bouwde in 1928 de nieuwe Jozefkerk met pastorie die ook zou dienen voor de wijk Paasberg. Al in 1927 werd begonnen met de bouw van het zusterklooster met kapel aan de Kloosterstraat. De schoolgebouwen zijn gebouwd naar ontwerp van W.J. Eich.

Het kleine zusterklooster werd in maart 1927 gewijd aan St. Jozef en maakte daarmee deel uit van de St. Jozefparochie, die met de bouw van indrukwekkende kerk (1928-1929) haar bekroning kreeg. De zusters verzorgden het onderwijs in de naastgelegen Mariaschool (1928). Het kloostergebouw is thans in gebruik als fysiotherapeutische praktijk. De architect is H.C.M. van Beers die ook de naastgelegen St. Jozefkerk en de pastorie ontwierp. Over hem is nog vrij weinig bekend. Hij bouwde in Heteren en Rotterdam sterk op de Arnhemse Jozefkerk gelijkende kerken. Ook de veel bescheidener Rooms-Katholieke kerk van Hattemerbroek bij Hattem vertoont overeenkomsten met de Arnhemse kerk.

Voor het ontwerp van het klooster koos Van Beers voor een schilderachtige, zakelijk-traditionele stijl, waarbij hij elementen uit de eigentijds zakelijke bouwkunst (heldere, eenvoudige zadeldaken met forse houten goten, rechthoekige vensters met ijzeren ramen, sobere, maar prominent aanwezige bakstenen gevels) combineerde met zeer traditionele motieven, ontleend aan de gotiek (spitsboogvensters en -ingangen, kapel met steunberen, spitsboogvensters en dakruiter, bakstenen gewelven) en uitgesproken expressieve elementen, herinnerend aan de Amsterdamse school (ingangspartij met bovengelegen tweezijdig erkertje en dakhuis, diverse baksteendetails in het interieur, vormgeving glas-in-loodramen). De vormgeving van de kapel is vooral wat betreft het inwendige zeer verzorgd vorm¬gegeven en geeft door de rijke toepassing van gekleurde bak¬steen en zeer fraai glas-in-lood een goed beeld van de decoratieve stroming binnen de kerkarchitectuur van de jaren 1920. Helaas is de oorspronkelijke inventaris niet meer aanwezig.

Het gebouw is zowel uit- als inwendig in gave staat bewaard gebleven en is hierdoor een uitermate goed en in de gemeente Arnhem zeldzaam voorbeeld van kloosterbouw uit het tweede kwart van de 20e eeuw. Het gebouw heeft vanwege zijn gaafheid, toegepaste bouwstijl en de vele interessante uit- en inwendige details een hoge architectonische waarde. Voorts is er vanwege de oorspronkelijke functie en betekenis sprake van cultuurhistorische waarde. Door de aanwezigheid van de verschillende gebouwen maakt het klooster een waardevol deel uit van een zeer gaaf bewaard gebleven katholiek ensemble. Dit ensemble, gelegen op een sterk hellend terrein, fungeert als een markant focuspunt aan de rand van de wijk Geitenkamp en geeft ook met de bebouwing in de wijk zelf een goede indruk van de bouwkundige ontwikkelingen in de bouwperiode.

Beschrijving: (17-06-1997)

Het voormalige klooster heeft in hoofdopzet een U-vormige plattegrond, bestaande uit een hoge tweelaags vleugel aan de Kloosterstraat en haaks hierop aan de achterzijde lagere vleugels, waarvan de oostelijke de kapel bevat. De brede rechthoekige vleugel aan de Kloosterstraat heeft twee bouwlagen en een zadeldak met de nokrichting evenwijdig aan de voorgevel. De vijf traveeën brede middenpartij alsmede het hier bijbehorende zadeldak zijn iets hoger opgetrokken dan de flankerende delen. Aan weerszijden van deze middenpartij bevindt zich een travee, die aan de bovenzijde afsluit met een dakhuis met plat dak. Deze vleugel heeft aan de korte zijden topgevels. De haaks op de achtergevel aansluitende vleugels bezitten slechts één hoge bouwlaag en een zadeldak. Op de achtergevels van deze vleugels sluiten nog lagere bouwdelen aan, eveneens voorzien van een zadeldak. De drie vleugels omsluiten een kleine vierkante hof. De gevels van de diverse bouwdelen zijn gemetseld in roodbrui¬ne baksteen in vlaams verband en voorzien van een plint met trasraam.

De veelal rechtgesloten gevels sluiten aan de bovenzijde aan onder de ver overstekende houten bakgoten op klossen van de zadeldaken. De met uitzondering van de kapel overal rechthoekige vensters hebben eenvoudige ongeprofileerde lateibalken, houten lekdorpels en ongeprofileerde kozijnen. De meeste vensters hebben ijzeren draairamen. De spitsboogvensters en -ingangen (kerk, voorvleugel) hebben ½-steens spitsbogen in een donkerder tint baksteen. De daken zijn gedekt met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Bij de topgevels gevelpannen. De daken hebben alleen op de naar de binnenplaats gerichte schilden enkele eenvoudige dakkapellen met platte daken met overstek op klossen. Voorts vensters met drie enkelruits ramen. Het dak van de kapel wordt op het noor¬delijke nokeinde bekroond door een dakruiter met stenen onderbouw en sterk ingesnoerde vierzijdige koperen spits.

De voorgevel aan de Kloosterstraat is zeer breed opgezet en afgezien van de plaats van de hoofdingang symmetrisch van karakter. De brede, iets hoger opgetrokken middenpartij bezit in de eerste bouwlaag vijf vensters, de drie middelste met drie enkelruits (draai)ramen, de buitenste met twee enkelruits ramen. Boven de lateien bevinden zich direct in het metselwerk geplaatste ijzeren bovenlichtjes met glas-in-lood. In de tweede bouwlaag bevinden zich vijf kleine rechthoekige vensters met twee enkelruits ramen. De met een dakhuis afsluitende travee rechts van de middenpartij heeft in de eerste bouwlaag de hoofdentree, gevat onder een drie dubbele ½-steens spitsboog. De ingang bezit een eenvoudige houten spitsboogdeur met vierkant raampje, een kozijn met natuurstenen onderdorpel, neuten en stoep. Boven en aan weerszijden van het bovendeel van de deur bevindt zich een fraai spitsboogvormig bovenlicht met gekleurd glas-in-lood. De lekdorpels zijn van natuursteen. Voorts een hardstenen brievenbus. Rechts naast de ingang is een gevelsteen van gepolijst graniet ingemetseld met opschrift: "Toegewijd aan St. Jozef XIX maart MCMXXVII". Boven de ingang bevindt zich een lantaarn en in de tweede bouwlaag een kleine tweezijdige houten erker op dito console. Het erkertje heeft twee enkelruits ramen en wordt afgesloten door een spitsboogvormig gebogen koepeltje (koper?), dat aansluit op een in het muurwerk uitgespaarde spitsboog met rollaag. De met een dakhuis afsluitende travee links van de middenpartij heeft in de onderbouw een smal liggend venster met enkelruits middenraam en vierkante nevenlichtjes. Een zelfde venster bevindt zich geheel bovenin. In het midden een venster met 2-ruits raam in het midden en flankerende enkelruits ijzeren ramen. Deze sectie markeert het trappenhuis. De uiteinden van de voorgevel zijn identiek uitgevoerd en hebben licht naar voren springende smalle hoektraveeën, waarin in de tweede bouwlaag een in de zijgevels omhoekend venster is geplaatst. Dit venster bezit aan de voorzijde een 2-ruits raam. De eerste bouwlaag bezit een venster van hetzelfde type als elders in de eerste bouwlaag. De tweede bouwlaag bezit verder een venster van hetzelfde type als elders in de tweede bouwlaag.

De gevel van de middenpartij is voorzien van gestileerde jaar-ankers (1927). De rechter zijgevel van deze vleugel heeft in de eerste bouwlaag twee vensters van hetzelfde type als in de eerste bouwlaag van de voorgevel. In de tweede bouwlaag bevindt zich links een in de voorgevel omhoekende vensterpartij, in het midden een zeer klein venstertje met draairaam en rechts een venster met twee dubbele enkelruits draairamen. De topgevel bevat slechts een klein zoldervenster met 2-ruits raampje (bovendeel uitzetbaar). De linker zijgevel van de vleugel aan de Kloosterstraat heeft in de eerste bouwlaag drie vensters van hetzelfde type als in de eerste bouwlaag van de voorgevel. In de tweede bouwlaag be-vindt zich rechts een in de voorgevel omhoekende vensterpartij met twee 2-ruits ramen. Links bevindt zich een venster met twee dubbele enkelruits draairamen. In de topgevel bevindt zich een klein zoldervenster met 2-ruits raampje. Voor deze gevel twee bakstenen kelderkoekoeken met smeedijzeren roosters.

De achtergevel van de voorvleugel heeft in de eerste bouwlaag in het midden een ingang met ½-steens spitsboog, spitsboogdeur met spitsboogvormig raam met vorktracering en glas-in-lood. Voor de ingang een hardstenen stoep. Aan weerszijden bevinden zich vijf spitsboogvensters met ½-steens spitsbogen, een door-lopende rollaag aan de onderzijde en eenvoudige glas-in-loodramen. In de tweede bouwlaag bevinden zich vier vensters met twee en drie enkelruits ramen van hetzelfde type als in de tweede bouwlaag van de voorgevel. Uiterst links en rechts bevindt zich een klein venster met 2-ruits uitzetraampje. In het smalle deel van de achtergevel, dat ten opzichte van de kapel naar het oosten toe uitspringt bevindt zich een smal venster met enkelruits raam.

De gevels van de kapel (oostelijke vleugel achterzijde) bezitten een licht uitspringende hoge bakstenen plint, welke grijs is gevoegd. De kapel telt vier traveeën, die wat betreft de zijgevels worden gescheiden door bakstenen steunberen, die zich eenmaal verjongen en voorzien zijn van gebakken tegels op de afzaten. Iedere travee bezit een spitsboogvenster met laag aangezette ½-steens spitsboog (met natuurstenen geboortesteentjes), natuurstenen lekdorpel, kunststenen tracering en ramen met gekleurd glas-in-lood. In het benedendeel van de ramen be-vinden zich telkens twee kleine vierkante draairaampjes. Op de rechtgesloten koorgevel sluit een lagere rechthoekige aanbouw aan, die in de westelijke zijgevel een ingang met hardstenen dorpel, houten latei en houten deur bezit. In de oostelijke zijgevel bevinden zich twee kleine slanke spitsboogvenstertjes, voorzien van natuurstenen lekdorpels en glas-in-loodramen. In de achtergevel bevinden zich drie kleine spitsboogvensters met rollagen aan de onderzijde en eenvoudige glas-in-loodramen. In de topgevel bevindt zich een ontluchtingsrooster met bakstenen schoepen ten behoeve van de zolder.

Een zelfde element bevindt zich op de overgang van de topgevel en dakruiter van de kapel.

De westelijke vleugel aan de achterzijde heeft aan de westzijde rechts een afsteek, die op gelijke lijn licht met de linker zijgevel van de voorvleugel. Op deze afsteek sluit een hoog opgaande bakstenen schoorsteen aan. In het terugliggende deel van de westgevel bevinden zich twee vensters met drie enkelruits ramen en bovenlichtjes van het zelfde type als in de voorvleugel. Links bevindt zich een ingang met houten deur en bovenlichtje met glas-in-lood. Voor deze gevel bevinden zich in totaal drie kelderkoekoeken met betonnen randen en smeedijzeren roosters. De kelderlichten hebben veelruits ramen. In de oostgevel van deze vleugel bevinden zich twee vensters van hetzelfde type als in de westgevel. Geheel links bevindt zich in aansluiting op de achtergevel van de voorbouw een ingang. Op de achtergevel van deze vleugel sluit een lagere aanbouw met zadeldak aan. Deze aanbouw bezit in de westgevel een venster van hetzelfde type als elders in de eerste bouwlaag. In de oostgevel bevindt zich een ingang met hardstenen stoepje, houten deur en lateibalkje. In de achtergevel een venster van hetzelfde type als elders in de eerste bouwlaag. In de topgevel bevindt zich een ontluchtingsrooster met bakstenen schoepen ten behoeve van de zolder. Hierboven verheft zich een hoge bakstenen schoorsteen.

In het inwendige van het voormalige bleven diverse authentieke elementen bewaard. Onder meer van belang zijn: vestibule met tegelvloer en bakstenen graatgewelf in gele baksteen. Rode bakstenen wanden. Hal met spitsboogdoorgangen, tochtportaal met fraaie spitsboogdeur met gekleurd glas-in-lood en spitsboogvormig gebogen bovenlicht met gekleurd glas-in-lood; tegelvloer met grijze, zwarte en gele tegels, granieten dorpels; diverse oorspronkelijke kozijnen met originele deuren, waarvan sommige met gekleurd glas-in-lood; bakstenen binnenmuren, gemetseld in kettingverband, voorzien van plinten in groen geglazuurde stenen. De kloostergang heeft een originele tegelvloer in grijze, gele en zwarte tegels. De spitsboogvensters in de kloostergang hebben groen geglazuurde rollagen, zwart geteerde bakstenen spitsbogen en glas-in-loodramen met kleine motieven in het bovendeel. Houten plafond met vakken. In de vloer van de gang een gietijzeren roostertje voor het schrobwater. Trappenhuis met originele trap met zwarte tegels, houten leuningen. De ijzeren spijlen omsluiten deze leuningen met manchetten.

Het interieur van de voormalige kapel is geheel in schoon metselwerk uitgevoerd. De zaalruimte heeft drie vierdelige graat¬gewelven, gemetseld in geelbruine bakstenen. De zijwanden zijn gemetseld in rode baksteen in kettingverband, waarbij in de donker gevoegde hoge plint rollagen en siermetselwerkbanden zijn verwerkt in groen geglazuurde steen. De rode bakstenen gordelboog (spitsboog) heeft drie rollagen in resp. bruine, gele en blauwe baksteen.

De consoles onder de gewelfaanzetten, de lekdorpels en montants van de vensters lijken te zijn vervaardigd uit (kunst)- t¬ravertijn. De koorwand heeft een centrale spitsboognis met dubbele rollaag. Links bevindt zich een kleinere spitsboognis met dorpel en rechts een spitsboogdoorgang met houten deur. De tegenoverliggende wand heeft links een blindvenster en rechts een spitsboogingang met dito deur met fraai glas-in-lood. Granieten wijwaterbakje. De vensters in de kapel hebben glas-in-loodramen, waarin kleine draairaampjes met origineel hang- en sluitwerk zijn opgenomen. In de kapel ligt een parketvloer (niet oorspronkelijk).

Voormalige keuken met hoge tegelplinten (wit/grijs), terrazzo-vloer. Vaste buffetkast met veelruits deuren met horizontale roedenverdeling.

Achter het voormalige klooster bevindt zich een naar het noorden toe oplopende tuin, opgebouwd uit kleine smalle terrassen met muurtjes van gesinterde stenen en misbaksels. De tuin sluit af met een bakstenen tuinmuur met dito ezelsrug, rechthoekige en spitsboognissen met bakstenen lekdorpels. In de tuin diverse forse struiken en coniferen. Aan de Kloosterstraat bevindt zich een smalle voortuin, aan de straatzijde afgesloten door een lage haag.

Afbeeldingen

Exterieur