,s-Gravenhage, Brandtstraat 82 - H.H. Engelbewaarders (1916 - 1981)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | H.H. Engelbewaarders |
Genootschap: | Rooms-Katholieke Kerk |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | 's-Gravenhage |
Plaats: | 's-Gravenhage |
Adres: | Brandtstraat 82 |
Postcode: | 2572 CH |
Sonneveld-index: | 02134 |
Jaar ingebruikname: | 1916 |
Architect: | Nicolaas Molenaar (1850-1930) |
Huidige bestemming: | gesloopt |
Monument status: | geen |
Geschiedenis
Dit was een buitengewoon belangrijke late neogotische kerk met toren en hoge vieringtoren op de kruising, en vooral van binnen tot in alle details uitzonderlijk origineel, imposant, interessant, kleurrijk, en monumentaal. Architectonisch wordt deze kerk door kenners beschouwd als het origineelste werk van architect N. Molenaar.
De parochiekerk van de H.H. Engelbewaarders stond van 1916 tot en met 1981 tussen de Brandtstraat en Kritzingerstraat (oostzijde) in de Haagse Transvaalbuurt. In 1912 werd de nieuwe parochie opgericht vanwege de bevolkingsgroei en stadsuitbreiding aan de zuidwestkant van Den Haag. Als bouwpastoor werd F.A.M. Lucassen, voorheen rector van het nabijgelegen Huize Groenesteyn, geïnstalleerd. Als eerste werd in 1912 een noodkerkje opgericht tegenover de te bouwen definitieve kerk. Dit was evenals de definitieve kerk ontworpen door Nicolaas Molenaar. De bouw van de definitieve kerk duurde van najaar 1913 tot en met voorjaar 1916 en verliep door schaarste aan bouwmaterialen tijdens de Eerste Wereldoorlog moeizaam. De bouw werd gegund aan aannemer Gosseling te Nijmegen. Dankzij een royale gift en leningen kon de kerk uiteindelijk worden afgebouwd. De bouwkosten bedroegen 190.000 gulden. Op 8 mei 1916 is de kerk geconsacreerd door Mgr. Callier, de toenmalige bisschop van Haarlem. In de jaren 1920 is het noodkerkje verbouwd tot patronaatsgebouw met de naam Custodia.
N.B. De enige juiste naam van deze kerk is: H.H. Engelbewaarders, en niet "Engelenbewaarders". In diverse kringen is deze kerk ook bekend onder de naam "Louisakerk", hetgeen samenhangt met het genoemde legaat waarmee destijds de bouw van deze kerk, mede, is gefinancierd.
- Exterieur kerk
Deze kerk was een grote, en architectonisch uiterst belangrijke, vijfbeukige neogotische hallenkerk met dwarsschip op een centraliserende plattegrond: de basis was een vierkant, met enkele veelhoekig gesloten kapellen in de hoeken, een zevenzijdig gesloten koor op het zuiden en een grote toren in de noordwesthoek. De kerk was niet georiënteerd. De totale lengte en breedte van de kerk bedroegen respectievelijk 56 en 40 meter. De 55 meter hoge toren markeerde de gevel aan de zijde van de Brandtstraat. De toren werd bekroond door een achtzijdige naaldspits, ingeklemd tussen vier hoekspitsjes op een vierkante basis. Op de kruising van schip en dwarsschip bevond zich een forse dakruiter die tot ca. 45 meter hoogte reikte. Het geheel was door architect Molenaar stilistisch ontleend aan de vroeggotische bouwkunst in Westfalen en Zuidwest-Frankrijk. De grijsrode bakstenen gevels waren verlevendigd met speklagen in oranje baksteen.
Het kerkgebouw bevatte een complex en boeiend dakenspel, vooral boven de zijbeuken. De hoofdbeuken werden door grote zadeldaken gedekt, die aanzienlijk hoger waren dan de daken op de zijbeuken en aan de uiteinden van schip en dwarsschip waren afgewolfd. De vier binnenste zijbeuktraveeën in de hoeken rond de kruising hadden elk een tentdakje, terwijl de andere - aan de buitenzijde liggende - zijbeuktraveeën met afgewolfde steekkappen waren gedekt, die aan alle acht zijden aansloten op de grote daken van zowel het schip, dwarsschip als het koor. De twee veelhoekig gesloten hoekkapellen naast het koor hadden elk een tentdak.
Een architectonisch redelijk vergelijkbare, maar kleinere en lagere kerk, die nog bestaat, is de St. Antonius van Padua in Dordrecht van dezelfde architect.
Op de zuidwesthoek van het kerkgebouw, aan de Brandtstraat, stond een forse pastorie van drie bouwlagen, die ook door Molenaar was ontworpen en door middel van de sacristie aan de kerk was verbonden.
- Interieur
De grote hoofdbeuken bestonden uit vierkante traveeën en waren overdekt door - in de neogotische bouwkunst zeldzame - achtdelige koepelgewelven. De sluitsteen van het hoogste gewelf bevond zich op 19 meter boven de kerkvloer. De dubbele zijbeuken vormden samen een vierkante basis van twee bij twee traveeën en waren op geraffineerde wijze door vier kruisribgewelven overdekt, die vanaf één middenpijler oprezen. De oprijzende kruisribgewelven op de binnenste zijbeuktraveeën sloten precies aan op de hoger liggende grote koepelgewelven op de hoofdbeuken. Het interieur was geheel uitgevoerd in schoonmetselwerk: grijsrode baksteen voor de wandvlakken en helderrode baksteen voor de pijlers die met horizontale banden in lichtgele en witte steen waren verlevendigd. Ook de wanden hadden speklagen in lichtgele steen. De gewelfvelden waren van donkergele baksteen opgemetseld en de gewelfribben waren van rode baksteen.
De grote mozaïeken in het koor en zijkapellen waren, (vermoedelijk) evenals de kruiswegstaties, van de hand van Lambert Lourijsen en dateerden uit de jaren 1920. Afgebeeld waren de H. Maagd Maria en de Engelbewaarders (zijaltaren links van het priesterkoor) en de H. Familie, H. Hart van Jezus en Emmausgangers (zijaltaren rechts). De mozaïeken waren omgeven door decoratief tegelwerk. De kruiswegstaties waren in gebakken tegels uitgevoerd door de plateelfabriek De Porceleyne Fles te Delft en ontworpen door de genoemde kunstenaar Lourijsen. De beglazing in de zeven vensters van het priesterkoor werd ontworpen en gemaakt door Frits Geuer. De ramen stamden uit de eerste jaren na de inwijding van de kerk. De stijl ervan was vroegmodern en beïnvloed door o.a. het werk van Antoon Derkinderen. Het middelste raam beeldde een tronende Christus uit, omgeven door gevleugelde engelen. In de vier buitenste koorvensters waren scènes uit het Oude en Nieuwe Testament afgebeeld, eveneens omgeven door engelen. Het bronzen hoofdaltaar en de godslamp waren gemaakt door de firma Brom in Utrecht. Achterin de kerk, op het zangkoor, stond een orgel van de firma Pels te Alkmaar uit 1934. Het zangkoor was te bereiken via een ronde traptoren. Onder het zangkoor en bij binnenkomst door het hoofdportaal links bevond zich een vierzijdig gesloten doopkapel waarin een 19e-eeuws doopvont stond met onbekende herkomst. Tegenover het hoofdportaal, op de noordoosthoek, lag de kapel van Onze Lieve Vrouw van Fatima, met in 1950 aangebrachte schilderingen en glas-in-loodvensters, alsmede het paneel "De Engel van Portugal" van kunstschilder Adriaan van der Plas.
- Waardering
De Engelbewaarderskerk was één van de laatste kerken van de belangrijke architect Nicolaas Molenaar (1850-1930), een leerling van Pierre Cuypers. Qua ontwerp was het typerend, doch zeer origineel voor de rooms-katholieke kerkbouw uit de eerste decennia van de twintigste eeuw, waarbij werd gepoogd om de klassieke neogotiek aan te laten sluiten bij de vernieuwde liturgische wensen in die periode, hetgeen een vernieuwende en centraliserende ruimtewerking opleverde. Als zodanig was dit één van de laatste en origineelste neogotische kerken. In combinatie met de rijke aankleding van mozaïeken en ramen was het geheel een opmerkelijk ensemble, een toonbeeld van de katholieke kerkelijke kunst en bouwkunst uit het begin van de twintigste eeuw en een overgang van de late neogotiek naar de vroegmoderne beweging in de kerkelijke kunst. De Engelbewaarderskerk bepaalde gedurende 65 jaar het aanzien van de Transvaalbuurt, in samenhang met de nabijgelegen hervormde Julianakerk (1926) aan de Kempstraat.
- Sloop
Als gevolg van teruglopend kerkbezoek is deze kerk buiten gebruik gesteld na een laatste plechtige hoogmis op zondag 27 september 1981. De sloop van de grote kerk begon in de tweede week van november 1981. In de middag van 10 november viel de grote angelustoren naar beneden. De grote torenspits werd op 7 december met behulp van een kraan van de toren afgetild. Op 22 december werden de laatste restanten van de kerk gesloopt. Vanaf medio 1982 tot 1983 zijn op de vrijgekomen grond woningen verrezen. Het hoofdaltaar uit de kerk is verhuisd naar de St. Willibrorduskerk in Wassenaar (1905), die ook door Molenaar is ontworpen. De koperen lichtkronen zijn herplaatst in de O.L. Vrouw Hemelvaartkerk in Loosduinen. Het schilderij "De Engel van Portugal" uit de Fatimakapel kwam na de sloop in particuliere bruikleen en hangt sinds 2018 in de O.L. Vrouw Onbevlekt Hart van Mariakerk in Den Haag-Marlot. Een tegeltableau van de kruisweg is in het Tegelmuseum in Otterlo terechtgekomen. Delen van het orgel zijn verhuisd naar de nabijgelegen St. Theresiakerk (1931) aan de Apeldoornselaan, die in 2007 is gesloten. De gedenksteen ter ere van de schenkster van de bouwsom is herplaatst in het nieuwe kerkje (1983) aan de overkant van de Brandtstraat. Delen van de gebrandschilderde koorvensters zijn verhuisd naar het nieuwe kerkje en naar een nieuwe Mariakapel (2000) in het Brabantse Steensel. De luidklok uit de toren, gegoten in 1934, is verhuisd naar de klokkenstoel bij de r.k. kerk Christus Licht der Wereld in Gorredijk. De angelusklok uit de dakruiter is overgebracht naar het nieuwe kerkje aan de overkant, waar het als luidklok dienst doet.
Ter vervanging van de grote kerk is, als gezegd, kort na de sloop aan de overkant van de Brandtstraat, waar voorheen het parochiehuis Custodia stond, een klein parochiekerkje gebouwd, dat inmiddels niet meer als zodanig in gebruik is. In 1997 is de parochie opgeheven en het kerkje maakte sindsdien deel uit van de geloofsgemeenschap St. Willibrord, een onderdeel van de Haagse stadsparochie H. Maria Sterre der Zee. Het kerkje uit 1983 wordt tegenwoordig gebruikt door een migrantengemeenschap.
Bronvermelding:
- Publicatie: A.J. Looyenga, "De Kerk der H.H. Engelbewaarders te 's-Gravenhage", in: Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB), jaargang 78, juni 1979. Dit is een uiterst gezaghebbend artikel van ruim 25 bladzijden over, en serieus pleidooi voor behoud van, de Engelbewaarderskerk, met (ook) veel interessante informatie over andere kerkgebouwen van architect N. Molenaar.
- Bij de sluiting in 1981 is een herdenkingsboek over deze kerk verschenen, getiteld De kerk der Heilige Engelbewaarders. 70 jaar in de Brandtstraat. Samengesteld door J. Teunissen, met bijdragen van o.a. pastoor S. de Vette.
- Op YouTube staan sinds 2020 twee uitgebreide videoverslagen van de parochiegeschiedenis, een rondgang door het kerkgebouw met uitleg over het interieur en de inventaris, vervolgens een torenbeklimming en gewelventocht en ten slotte een samenvatting van de laatste viering en de sloop in 1981, alle samengesteld door W.A. Kok en getiteld "De Louisakerk".
Externe links
Afbeeldingen
Onderstaande foto's tonen onder andere de sloop van de kerk in november en december 1981.