Handelingen

Medemblik, Kerkplein 9 - Bonifaciuskerk

Uit Reliwiki

De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Bonifaciuskerk
Genootschap: PKN Protestantse gemeente Medemblik
Provincie: Noord-Holland
Gemeente: Medemblik
Plaats: Medemblik
Adres: Kerksteeg 6a
Postcode: 1671CA
Sonneveld-index: 05868
Jaar ingebruikname: 16de eeuw
Architect:
Huidige bestemming: protestantse kerk
Monument status: Rijksmonument 28363


Geschiedenis

Prachtige historische kerk met toren.

Bonifatiuskerk vanuit het noorden. Foto: A. Roks 2006
Zuidzijde van de toren. Foto: A. Roks 2006
opname 31-05-2009 foto. Edward Ippel. Hoorn.

Na twee branden (in 1517 door aanvallen van Gelderse troepen, en net na de voltooiing van de herbouw (van de vorige brand) door een stadsbrand) werd de kerk in 1555 herbouwd. De kerk is een laatgotische driebeukige hallenkerk, waarvan de zuidbeuk onder één dak met de middelste beuk ligt. De kerk heeft houten tongewelven. Gebrandschilderd glas eind 17de eeuw. De kerkvloer is in 1639 verhoogd, waarschijnlijk om meer grafruimte te creëren. Daardoor zijn de basementen van de pilaren onder de huidige kerkvloer verdwenen.

In 1866 is de kerk wegens bouwvalligheid ongeveer 20 meter ingekort. De beide, aan de Oostzijde gelegen, koren en een uitbouw aan de noordzijde zijn toen gesloopt.

In 1902 werd de kerk opnieuw gerestaureerd waarbij de muren werden gepleisterd met Portlandcement. Een groot probleem van de kerk was het hoge zoutgehalte van de muren. Elke pleisterlaag liet na korte of langere tijd los. Alleen de Portlandcement bleek sterk genoeg. Gevolg daarvan was wel dat het kerkinterieur een zeer sombere aanblik bood. In 1991-1993 is de kerk opnieuw gerestaureerd. Dak en goten werden geheel vernieuwd; delen van de houten balken werden vervangen en de noordoostelijke buitenmuur, waar in 1866 een deel van de kerk was weggesloopt, werd vervangen. Houten constructiedelen bleken sterk te zijn aangetast door het vochtige klimaat van de kerk, terwijl ook de bonte knaagkever zijn werk had gedaan. De oude pleisterlaag werd, voorzover deze los hing, vervangen door een moderne pleisterlaag met een grote doorlatendheid. Kansel uit ca. 1560. Verbouwing en uitbreiding 2007, ook in multifunctioneel gebruik. De uitbreiding bestaat uit een kleine glazen hal aan de oostzijde, achter het koor. De linker zijbeuk is ingericht voor ontvangsten, recepties, enz.

  • 2019 -De bijna zeventig meter hoge toren van de eeuwenoude Bonifaciuskerk in Medemblik krijgt in 2021 een betonnen fundering. Die moet voorkomen dat de toren nog schever komt te staan. ,,De toren zakt elk jaar een heel klein beetje’’, vertelt woordvoerder Stefan Droog van de gemeente Medemblik. ,,Maar er is nu nog geen gevaar.’’

Toren

De toren in zijn huidige verschijningsvorm is in de vroege 15de eeuw gebouwd en ruim honderd jaar ouder dan het kerkgebouw. De onderste geledingen van de muren zijn twee meter dik, terwijl de spits maar anderhalve steen dik is. De huidige bekroning, de omloop en het koepeltje met de opengewerkte appel, is in 1661 aangebracht. In dat jaar moest een deel van de oorspronkelijke spits wegens bouwvalligheid gesloopt worden. In de toren hangen drie klokken, waarvan de oudste en grootste een diameter heeft van 1,25 m. Deze klok heet Sint Pieter en is gemaakt in 1636 door Everardus Splinter van Enkhuizen. De twee andere klokken zijn van de gebroeders Hemony; één draagt het jaartal 1649. De toren is in 1925-1926, 1969-1970 en 1999-2001 gerestaureerd. De scheefstand van de toren wordt mogelijk veroorzaakt door de drooglegging van de Wieringermeer. In ieder geval staat vast dat de toren de laatste 30 jaar gemiddeld 3 mm per jaar in Noordoostelijke richting scheefzakt

Monumentomschrijving Rijksdienst

Kerk

Hervormde kerk. Driebeukige door houten gewelven gedekte hallenkerk, aan de oostzijde van de koren beroofd en door ondiepe sluitingen beëindigd in 1860. Zuidelijke zijbeuk nieuw opgetrokken in 1905. Op de pijlers tussen midden- en zijbeuken schilderingen uit 1602. Preekstoel met trap XVII. Afscheiding met dergelijk spijlenfries tussen hoofd- en zijbeuk. Koperen lezenaar XVIIb en doopbekkenhouder met schaal, zandloperhouder en kaarsenarm. Twee doopbogen XVIIIc. Houten koorhek in de noordbeuk waarschijnlijk 1572. Orgel met Hoofdwerk, Borstwerk en Rugwerk, in 1671 gemaakt door Pieter Backer. In 1785 maakt Chr. Batz een nieuw Rugwerk. Herenbank met getoogde paneeltjes en bekroningen van de deurtjes. Zeven blokken banken, XVIII. Koperen memorieplaat voor Lord G.Murray en wapenbord. Zes gebrandschilderde vensters, vier uit 1669-1670, een door atelier Schouten, 1904, een uit 1709, drie grote en drie kleine kronen, XVII.

Toren

Bakstenen toren van de Ned. Hervormde kerk met gemetselde helm en houten koepeltje, XV en 1658. Klokkenstoel met gelui bestaande uit twee klokken van François en Pieter Hemony, 1649, diam. resp. 187,6 cm en 150,3 cm. en een klok van Everhardus Splinter, 1636, 125,3 cm. Mechanisch torenuurwerk, 17de/18de eeuw, voorzien van elektrische opwinding.

Orgel

De Grote Kerk van Medemblik is al een oude kerk. Door de eeuwen heen zijn er verschillende branden geweest, waarbij het interieur volledig verloren ging. Rond 1600 was het gebouw echter in de huidige vorm opgetrokken. In 1866 heeft men wegens bouwvalligheid een groot deel van het koor aan de oostzijde afgebroken. Jan Pieterszoon Sweelinck is in 1590 in deze kerk getrouwd. In 1671 bouwde Pieter Bakker een nieuw orgel in de kerk van Medemblik. Hij heeft hierbij zeer waarschijnlijk materialen uit het bestaande instrument hergebruikt. Het orgel was gebouwd volgens de Hollandse traditie. Het had een hoofdwerk en een borstwerk, maar mogelijk ook een rugwerk. De plaats van het orgel was de noordmuur van de kerk. De kassen waren gemaakt door Jacob Dirckz. Laechlant de Jonge. Het snijwerk was van Jan Meegh, de wapens waren gemaakt door Johannes Kinnema. Hierna werd het orgel geverfd en verguld door Adryaan Spangjaert. In het jaar 1785 werd het instrument gerestaureerd door Christoffel Bätz. Deze maakte een geheel nieuw rugpositief en eveneens een nieuw orgelbalkon met vier stenen kolommen. In 1809 voerde J.M. Gerstenhouwer een reparatie uit. De verhuizing naar de westmuur van de kerk vond plaats in 1859, toen men de kerk wilde verkleinen en verbouwen. Het werk is uitgevoerd door J.H. Overdiek uit Medemblik. Daarna sloeg in 1861 de bliksem in het orgel, dat flink beschadigd raakte. Van Dam herstelde het werk, dat bij deze gelegenheid gelijkzwevend gestemd werd. Ook werd de kas in imitatie eiken geschilderd. Naast de noodzakelijke reparaties wijzigde Van Dam ook de dispositie en verving hij de windlade van het Hoofdwerk. De Quintadena wijzigde hij in een Holpijp, de Scherp werd vervangen door een Roerfluit 4' en de Sexquialter werd vervangen door een Cornet. Van Dam wijzigde de samenstelling van de Mixtuur ook ingrijpend. Er werd een geheel nieuwe Trompet geplaatst. Op het Borstwerk plaatste Van Dam een Gedekt Fluit 4' op de plaats van de Octaaf 2'. De discant van de Octaaf keerde terug op de plaats van de Sexquialter, en deze werd verwijderd. In 1965 heeft D.A. Flentrop het orgel geheel gerestaureerd. De dispositie is daarbij niet gewijzigd. Wel werd de stemming gewijzigd in een Werckmeister-temperatuur. De Regaal 8' op het borstwerk is gedraaid van perenhout, waarbij de kop en de schalbeker uit één stuk hout zijn gemaakt. Dit is uniek in Nederland. Het orgel werd na deze restauratie weer in gebruik genomen met een concert door Willem Retze Talsma. Door de heteluchtverwarming die kort na 1965 geplaatst is werd het orgel er niet beter op. In 1988 was opnieuw een grondige restauratie noodzakelijk. In 1990 zijn de balgen gerestaureerd, en in de jaren 1991-1993 werd het binnenwerk opgeknapt. Het rugwerk kwam in 1994 aan de beurt. Omdat men het orgel in de toestand van 1862 wilde terugbrengen, was behoud van de middentoonstemming niet mogelijk. Flentrop plaatste het rugwerk pas in 1997 terug in de kerk, toen de klimaatbeheersing beter was gemaakt. Op 18 oktober 1997 werd het weer in gebruik genomen. In 1998 werd het hoofdorgel nogmaals gereviseerd. Deze restauratie onder advies van Cor Edskes door Flentrop Orgelbouw werd in 2000 afgerond, waarna het orgel op 28 oktober 2000 in gebruik kon worden genomen. Bij de restauratie is de Gedekte Fluit 4' uit 1862 op het Borstwerk vervangen door een nieuwe Sexquialter (discant). De Octaaf 2' werd uitgebreid met een bas en op de oude plaats teruggezet.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur