Handelingen

Kaatsheuvel, Hoofdstraat 36 - Johannes de Doper: verschil tussen versies

Uit Reliwiki

(afbeelding)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 8: Regel 8:


{{infobox kerk  
{{infobox kerk  
| provincie                 = Noord-Brabant
| naam_kerk          = Johannes de Doper
| gemeente                   = Loon op Zand
| genootschap        = Rooms-Katholieke Kerk
| plaats                     = Kaatsheuvel
| provincie         = Noord-Brabant
| adres                     = Hoofdstraat 36
| gemeente           = Loon op Zand
| postcode                   = 5171DD
| plaats             = Kaatsheuvel
| bouwjaar                   = 1912-1913
| adres             = Hoofdstraat 36
| oorspronkelijke_bestemming = rooms-katholieke kerk
| postcode           = 5171DD
| huidige_bestemming         = rooms-katholieke kerk
| bouwjaar           = 1912-1913
| architect                 = C.F. van Hoof
| huidige_bestemming = kerkgebouw
| monumentstatus             = Rijksmonument {{Rijksmonument|525704}}  
| architect         = C.F. van Hoof
| idnr                       = 07792
| monumentstatus     = Rijksmonument {{Rijksmonument|525704}}  
| idnr               = 07792
}}
}}



Versie van 22 sep 2017 13:06


Algemene gegevens
Naam object: Johannes de Doper
Genootschap: Rooms-Katholieke Kerk
Provincie: Noord-Brabant
Gemeente: Loon op Zand
Plaats: Kaatsheuvel
Adres: Hoofdstraat 36
Postcode: 5171DD
Sonneveld-index: 07792
Jaar ingebruikname:
Architect: C.F. van Hoof
Huidige bestemming: kerkgebouw
Monument status: Rijksmonument 525704



Geschiedenis

Kaatsheuvel, St. Johannes de Doper, plattegrond

Zeer belangrijke, grote neogotische kerk met dubbeltorenfront. Hoofdwerk van architect Van Hoof.

Verving de voorganger van deze kerk. In de late middeleeuwen werd er in Loon op Zand en in Sprang gekerkt, totdat de kerk van Sprang in 1609 in protestantse handen kwam. De katholieken van Kaatsheuvel konden nu in een boerderij naar de kerk, op de plek waar nu de Nieuwe Markt is.

Pas in 1736 mochten katholieken weer kerken bouwen, maar wel met beperkingen. Zo ontstonden de schuurkerken. De schuurkerk van Kaatsheuvel stond op de plek waar nu het parochieel centrum staat.

De parochie in Kaatsheuvel is in 1796 opgericht door afscheiding van de oude parochie Loon op Zand.

Uiteindelijk is pas in 1835 de eerste stenen kerk gebouwd: de Waterstaatskerk, zie daar.

In 1911 opperde pastoor Volker plannen voor nieuwbouw. De nieuwe kerk werd naast de Waterstaatskerk gebouwd en op 5 juli 1913 ingewijd.

Tussen 2010 en begin 2012 is het gebouw ingrijpend gerestaureerd, waarbij de daken en gevels zijn hersteld en de glas-in-loodramen vernieuwd.

Op 30 september 2012 is met een eucharistieviering in de St. Janskerk te Kaatsheuvel de fusie van de drie parochies in de gemeente Loon op Zand op plechtige wijze gevierd. Tot de parochiekerken van de nu nieuwe Parochie H. Willibrord behoren:

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Kaatsheuvel, St. Johannes de Doper; jk 19-03-2009

De neogotische r.-k. kerk van de H. JOHANNES DE DOPER werd gebouwd tussen 1912 en 1913 naar ontwerp van architect C.F. van Hoof in neogotische stijl. Op 5 juli 1913 werd de kerk ingezegend door bouwpastoor Volker. Bij de consecratie van de kerk in 1915 werd de voorganger uit 1853 afgebroken. Deze Waterstaatskerk stond op de plaats waar zich nu het vroegere patronaatsgebouw bevindt. De huidige glas-in-loodramen zijn in 1963 aangebracht. Het hekwerk is in oude stijl vernieuwd in 1991.

Omschrijving

De neogotische driebeukige kruiskerk met dubbeltorenfront en dakruiter heeft een schip van zes traveeën en transeptarmen van twee traveeën met drie-achtste sluiting. Na het transept volgen twee koortraveeën met zijkapellen en tenslotte het koor zelf, ook twee vakken, met een vijf-achtste sluiting. De gevels zijn opgetrokken uit bruine machinale baksteen met speklagen van gele baksteen, voorzien van steunberen met betegelde afzaten. Onder de gootlijsten zijn ter decoratie sierfriezen gemetseld. Op de zadel- en lessenaardaken liggen leien in maasdekking, evenals op de naaldspitsen van de torens en de dakruiter op de viering. De overhoekse dakruiter is opengewerkt met driepasvormige galmgaten voor het angelusklokje.

De torens van vier geledingen staan aan weerskanten van het middenschip met uitgebouwd portaal. De onderste drie geledingen van de torens zijn voorzien van spitsboogramen en spitsboogfriezen. Hierboven volgt een klokkegeleding met twee galmgaten en driehoekige wimbergen met klimmend boogfries, bekroond door een zinken piron. De wijzerplaten zijn ingebed in cirkels boven de spitsbogen van de galmgaten. Op beide hoge achthoekige torens staat een smeedijzeren kruis, links ook een haan.

De ingang bestaat uit een driezijdig ingangsportaal. Het midden bezit een topgevel met kolonnettenportaal en een natuurstenen kruis als bekroning. In dit brede middendeel bevinden zich twee stel vleugeldeuren met sierbeslag, de lateien zijn van opschriften voorzien en de spitsbogige bovenlichten hebben bakstenen maaswerk. Tussen de deuren is een beeld geplaatst van de gekroonde Maria met Kind. Hierboven een rond venster; in de wimberg een driepas. In de afgeschuinde zijden bevinden zich getoogde vleugeldeuren met sierbeslag en een ovaal raam als bovenlicht in een driepas. De bovenzijde van deze ingangen is recht gesloten; de verbinding met de voorzijde wordt gelegd door een steunbeer met piedestal, lege beeldnis en bekroond baldakijn.

De topgevel bij de ingang wordt herhaald in de bouwmassa hierboven, compleet met lancetvensters, klimmend rondboogfries en een kruis als bekroning. De zijbeuken hebben per travee twee spitsboogramen, de lichtbeuk heeft tripletramen. Links en rechts van de eerste travee is er een veelhoekig gesloten zijkapel.

De eindgevels van de transepten hebben boven een nissengeleding twee spitsboogramen. Het koor bezit spitsboogramen in de omgang en daarboven hoge lancetvensters.

Interieur

jk 08-09-2012

Het interieur bestaat uit schoon metselwerk. De opstand is tweedelig en heeft samengestelde pijlers die voorzien zijn van geglazuurde baksteen banden en een lichtbeuk met tripletramen boven een nistriforium. De zijbeuken hebben kruisribgewelven, het schip bezit stergewelven. Het koor heeft een tweedelige opstand met omgang en slanke ramen. De pijlers van de omgang hebben in tegenstelling tot de sobere overige kapitelen, kapitelen met loofwerk. De zijkapellen hebben veelhoekige sluitingen. De ribben zijn in tegenstelling tot de witte gewelfvlakken en muurwerk van donkere profielsteen.

De kerk bezit een rijke neogotische inventaris. Belangrijk zijn het kalkstenen hoogaltaar en de kalkstenen preekstoel met Christus en de vier Evangelisten, beide in 1915 vervaardigd door Custers uit Eindhoven. Na 1915 leverde Custers vele heiligenbeelden zoals dat van St. Paulus en St. Petrus. Uit rond 1915 dateert een beeld van de H. Johannes de Doper. In het koor hangt een groot triomfkruis.

In de kerk staan eikehouten kerkbanken met sober neogotisch ornament. Oudere onderdelen zijn het koperen doopvont uit ca. 1800 en de diverse heiligenbeelden uit de periode 1874-1900, geleverd door M. van Bokhoven. Het orgel werd door J.J. Vollebregt geleverd in 1854; de bovenzijde wordt getooid door sculpturen van David met harp en andere musicerenden. De kruiswegstaties werden in 1890 op koper geschilderd door Hugo Kohl.

Waardering

  • Het kerkgebouw is van algemeen belang.
  • Het heeft cultuur-historische waarde als onderdeel van een katholieke groep, een voorbeeld bij uitstek van de ontwikkeling van het katholicisme in Noord-Brabant.
  • Architectuur-historisch is het van belang als vertegenwoordiger van het neogotische werk van de architect, waarbij centraliserende tendenzen en gebruik van voor die tijd moderne materialen als geglazuurde baksteen samengaan met een traditioneel neogotische vormgeving.
  • Het complex heeft ensemblewaarde vanwege de grote betekenis voor het aanzien van de gehele Langstraat, in het bijzonder als voorbeeld van de ontwikkeling van het negentiende-eeuwse kerkdorp in Zuid-Nederland.
  • Het gebouw is waardevol vanwege de gaafheid van de in- en exterieurs.

Cultuur Historische Waardekaart

  • Bouwstijl: Neo-Gotiek
  • Bouwperiode: Van 1911 tot 1913
  • Gevels en materialen: Machinale baksteen. Rode en gele profielsteen.
  • Vensters en deuren: Lancetvensters. Spitsboogvensters met abstract glas-in-lood ruitjes, bruingroen en geel uit 1963, Danziger glas. Twee vleugeldeuren met sierbeslag als hoofdingang terzijde.
  • Dak en bedekking: Samengesteld dak, namelijk zadel- en lessenaardaken. Torens met hoge spitsen, leien in maasdekking.
  • Bijgebouwen:
    • Heilig Hartbeeld, staand met geheven hand: Ik ben uw koning (gesigneerd Jan Custers) op hardstenen sokkel.
    • Hekwerk met gedraaide spijlen, pijlpunt.
    • Twee smeedijzeren lantaarns, in 1984 vernieuwd.
    • Bij entree Maria met Kind.
  • Interieur:
    • Kruisweg op linnen in marmer kader.
    • Orgel uit 1854 van Vollebrecht met David en harp en andere musicerenden.
    • Zeer uitgebreid en gaaf Neo-Gotisch interieur.
    • Driebeukig schip met kooringang en siernetgewelven.
  • Bijzonderheden:
    • In het voorportiek op sokkel een beeld van Maria met Kind.
    • Rechts van portaal zandsteen-gevel C. van Hoof, architect.
    • Zeer gedetailleerd uitgewerkte Neo-Gotische preekstoel, hoogaltaar en beelden uit het atelier van Custers uit ca. 1900. Doopvont uit ca. 1800.
  • Omschrijving:
    • Driebeukige kruiskerk met dubbeltorenfront en dakruiter en uitgebouwd voorportaal.
    • Zeer belangrijke grote kerk met grote stedebouwkundige waarde.
    • Kerkhof in 1837 aangelegd. Kerkhof met diverse oude beuken, twee treurwilgen met een omtrek van 3,5 meter.
      • Pieta: Maria met Christus, doornenkroon op de grond, in ruwe bakstenen kapel met houten afdak.
      • Ook veel kruisen met verbronsde Christus.
      • Centraal een zerk voor de Lombarts, daarachter zerk uit 1876, Hoogwel geboren heer de Boy.
      • Lijkhuisje van ijsselsteen.
      • Achthoekig kapelletje met spitsboograampje, IJsselsteen, Tuile du Nord pannen en daktegels op spitstorentje. Terracotta beeld van engel met kind, levensgroot.
      • Calvarieberg met Christus aan kruis van metaal, wellicht zink, met rondom pastoorsgraven -1861, 1855, 1954, 1956.

Orgels

Vollebregt-orgel (1854)

Hoofdorgel - Vollebregt

Algemeen

Het orgel is in 1854 voor de voormalige Waterstaatskerk gebouwd door J.J. Vollebregt & Zn uit Den Bosch, de kast is van J.B. Peeters uit Antwerpen. Totaal kostte het orgel fl. 10.000,--. (Zie voor die dispositie bij de Waterstaatskerk.)

In 1877 wordt door de Gebr. Gradussen het orgel verbouwd. Het binnenwerk van het Rugpositief wordt als Onderpositief in de hoofdwerkkas geplaatst. Daarvoor wordt een nieuwe windlade gemaakt.

In 1915 wordt het orgel door de Gebr. Franssen overgeplaatst naar de nieuwe kerk, waarbij het lege Rugpositief vervalt en de dispositie van het Onderpositief wordt gewijzigd.

In 1957 wordt door Adema-Schreurs een onderhoudsbeurt en dispositiewijziging uitgevoerd.

Dispositie
  • Hoofdwerk (C-f3): Bourdon B/D 16’ - Prestant D 16’ - Prestant 8’ - Holpijp 8’ - Viola di Gamba 8’ - Octaaf 4’ - Fluit 4’ - Quint 3’ - Octaaf 2’ - Mixtuur 3 st - Cornet D 5 st - Fagot B/D 16’ - Trompet B/D 8’
  • Onderpositief (C-f3): Flauto 8’ - Bourdon 8’ - Quintaton 8’ - Salicional 8’ - Prestant D 8’ - Roerfluit 4’ - Viola di Gamba 4’ - Nachthoorn 2‘ - Basson 8’ - Hautbois D 8’
  • Pedaal (C-d1): aangehangen
  • Koppelingen: Hoofdwerk-Onderpositief

Koororgel - Verschueren

Verschueren-orgel; opn. 10-09-2011 jk

Algemeen

Het koororgel is gebouw door de fa. Verschueren uit Heythuysen.

Dispositie

(Volgens opschriften)

  • Klavier (bascant): Holpijp 8’ – Prestant 4’ – Fluit 2’ – Mixtuur 2-3 sterk - Calcant
  • Klavier (discant): Prestant 8’ – Holpijp 8’ - Prestant 4’ – Fluit 2’
  • Pedaal: aangehangen?

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur

Hoofdorgel

Koororgel

Tekeningen