Handelingen

Panningen, Kerkstraat 5 - O.L. Vrouw van Zeven Smarten

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Maria der Zeven Smarten
Genootschap: Rooms-Katholieke Kerk
Provincie: Limburg
Gemeente: Peel en Maas
Plaats: Panningen
Adres: Kerkstraat 5
Postcode: 5981CD
Inventarisatienummer: 13331
Jaar ingebruikname: 1931
Architect: Valk, H.W. en G.H.F.
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 525609


Geschiedenis

Voormalig kapel 1643, vergroot 1850, sloop 1930. Nieuwe kerk 1931, door oorlogshandelingen beschadigd op 17 december 1944, hersteld in 1950, ook lage toren bij koor.

Monumentomschrijving Rijksdienst

De Rooms-Katholieke PAROCHIEKERK Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten, waarvan enkele interieurstukken voorheen reeds bescherming genoten onder monumentnummer 21383, is gesitueerd op een smal en langgerekt perceel tussen de Kerkstraat en het Pastoor Huijbenplein in het oude centrum van Panningen. De kerk werd gebouwd in 1930 door H.W. Valk (Den Bosch) in samenwerking met bouwpastoor J.H. Huijben en vertoont stilistisch elementen van de Neo-Gotiek. De relatief geringe oorlogsschade (bovendeel toren en twee schiptraveeën) werd in 1949 en 1951 door H.W. en G.H.F. Valk naar het origineel gereconstrueerd.

De opmerkelijk grote kerk is opgetrokken op nagenoeg dezelfde locatie waar zich vanaf het midden van de zeventiende eeuw een Maria-devotiekapel bevond (de 'Kepèl', eertijds de gangbare benaming voor Panningen). Deze kapel kende in de achttiende eeuw een van de drukste pelgrimages in het hertogdom Gelder. 'Kepèl' groeide in 1830 uit tot een zelfstandige parochie met een nieuw, eigen kerkgebouw. Dit gebouw werd door de groei van de parochie en de nog immer toestromende pelgrims al ras te klein en uiteindelijk in 1930 vervangen door de huidige kerk. In het priesterkoor bevindt zich een eerste steen, gelegd op 27 april door G.A.H. Bauduin, die herinnert aan de op dat moment driehonderdjarige verering van 'Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten' en het honderdjarig bestaan van de parochie.

Omschrijving

Georiënteerde, driebeukige kruiskerk van het basilicale type met westtoren en vieringtoren onder zadel-, lessenaar- en omlopende schilddaken, grotendeels voorzien van geknikte dakvoeten. Op west- en vieringtoren ingesnoerde, meerhoekige naaldspitsen, bekroond met smeedijzeren kruisen en een vergulde bol met windvaan. Daken gedekt met blokleien in Maasdekking. Bakgoten zorgen voor de afwatering.

Zonder de aansluitende westtoren telt het schip zeven traveeën. Aan het priesterkoor, gesitueerd ter plaatse van de viering, grenst een 7/12 absidiale sluiting. De kruisarmen aan weerszijden van de viering bestaan uit ondiepe, maar hoog oprijzende uitbouwen en hierop ter halverhoogte aansluitende, drie traveeën lange vleugels waarin zich oorspronkelijk kinderkapellen bevonden. In de dakschilden bevinden zich enkele reeksen licht overkragende Vlaamse topgevels onder aankappende zadeldakjes.

Uit- en aanbouwen: aan de Kerkstraat bevinden zich aan weerszijden van de toren twee driezijdig gesloten kapeluitbouwen (doopkapel en Mariadevotiekapel) onder zeshoekige tentdaken, bekroond met gestileerde zinken pironnen; in de zijbeuken bevinden zich vier biechtstoeluitbouwen onder aankappende of ter plaatse doorschietende lessenaardaken; in de oksel van schip en rechter kruisarm bevindt zich een sacristie met dienstruimten onder een schilddak met geknikte dakvoet; aangrenzend bevindt zich de ingang naar de voormalige meisjeskapel, evenals de in de oksel van schip en linker kruisarm gelegen ingang naar de voormalige jongenskapel onder ter plaatse doorschietende lessenaardaken; in de oksel van linker kruisarm en absis tenslotte bevindt zich een deels in de hoofdmassa ingebedde ronde traptoren met torenspits, bekroond met een gestileerde zinken piron.

Het in Noords kettingverband opgetrokken bakstenen gebouw wordt geleed en verlevendigd door de toepassing van siermetselwerk als bloktandlijsten, overhoekse muizentandlijsten en stokprofielen. Verder komen sporadisch vlechtingen voor en aanzetstenen van zandsteen in de schouderstukken van enkele topgevels. Onderlangs de gevels van zijbeuken en absis schoren lage, driehoekig uitgemetselde steunberen de wanden.

De sober vormgegeven westtoren telt vier geledingen, van elkaar gescheiden door middel van gecementeerde cordonlijsten. In de eerste geleding het entreeportaal, bestaande uit drie verdiept gelegen, rondbogige houten strokendeuren onder gekoppelde koordbogen. Boven de middelste deur, waarvan het portaal wordt verlevendigd met siermetselwerk, bevindt zich een spitsboogvormige nis waarin een beeld van de Mater Dolorosa in Franse kalksteen (ca. 1860). De overige geledingen worden verlevendigd met decoratieve hoekblokken. In de tweede geleding spitsboogvensters met siermetselwerk en koordbogen, aan de voorzijde voorzien van bakstenen maaswerk met gekleurd glas-in-lood, in de zijgevels blind. In de derde geleding een reeks omlopende, verticale spleetvensters en in de vierde geleding per gevelwand twee spitsboogvormige galmgaten met koordbogen.

In de zijkapellen aan de Kerkstraat bevinden zich evenals in de absis spitsboogvormige lancetten. Het middenschip heeft spitsboogvormige vensters, waarin een vlechtwerk van meervoudig gekoppelde bakstenen spitsbogen met gekleurd, geometrisch glas-in-lood. In de zijbeuken en de Vlaamse gevels op de kruisarmen gelijksoortige vensters met gekoppelde bakstenen lancetten voorzien van stalen roeden en afzaten van keramische tegels. Spleetvensters in de biechtstoeluitbouwen en de traptoren. In de vieringtoren bevinden zich spitsboogvensters; in de achtergevel zijn deze verlengd met een blind deel, in de zijgevels met bakstenen maaswerk, stalen roeden en gekleurd glas-in-lood. De kopgevels van de zijkapellen hebben spitsboogvormige suikerbroodvensters met stalen roeden en gebrandschilderde glas-in-loodvensters. De rechthoekige sacristievensters zijn voorzien van smeedijzeren diefijzers.

De aan de buitenkant vrij sober vormgegeven kerk heeft een opmerkelijk rijk gedetailleerd interieur, opgetrokken in schoon metselwerk met toepassing van voornamelijk gele en rode baksteen voor opgaand muurwerk en overwelvingen. Het metselwerk wordt verlevendigd door de toepassing van bloktandlijsten en gevlochten tandingen ter accentuering van de bogen en siermetselwerk in de zeer uiteenlopende gewelven. Het kleurenschema van de kleurrijke tegelvloer in het priesterkoor harmonieert deels met de glas-in-loodvensters; in het schip en de zijbeuken ligt een vloer met geglazuurde tegels in blokverband.

Het grote middenschip wordt geleed door een reeks parabolische gordelbogen, rustend op dubbele, betonnen zuilen met - via bogen - gekoppelde kapitelen waarin zich aan de schipzijde reliëfs bevinden met voorstellingen van de apostelen. Tussen de gordelbogen leiden steekkappen met decoratieve sluitstenen naar de lichtbeukvensters. Voor een zo groot mogelijke lichttoetreding stijgen de kruinlijnen van de steekkappen naar het schip toe. Overigens bestaat de wandopbouw van het schip per travee uit een afgeplatte en gedrukte arcadeboog voorzien van kunststenen sluitsteen annex beeldconsole met aan weerszijden, in het boogveld tussen scheiboog en lichtbeuk, twee neogotische vierpassen.

De zijbeuken worden geleed door op voornoemde betonnen zuilen rustende scheibogen, door op lisenen rustende muraalbogen en door op kraagstenen rustende spitse gordelbogen en zijn overkluisd met koepelgewelfjes. De viering, versterkt met getordeerde trekstangen, is overkluisd met een Boheemse kap. In het muurwerk diverse spitsboognissen. De doorgangen naar de aan weerszijden gesitueerde, voormalige kinderkapellen zijn bij een modernisering in 1986 dichtgezet.

De absis bestaat - als moderne variant op het middeleeuwse deambulatorium - uit een dubbele schil, waarvan de binnenste, in de benedenzone doorbroken door twee boven elkaar geplaatste reeksen arcadebogen, met een partieel koepelgewelf op de viering aansluit. Het in de westtoren gesitueerde entreeportaal met bovengelegen zangerstribune opent via drie spitsbogen naar het middenschip. De middelste bogen rusten op vierkante, bakstenen pijlers. In het muurwerk ter weerszijden opent een spitsboog naar respectievelijk de doopkapel en de Maria-devotiekapel, beide overkluisd met koepelgewelven op trompen.

In de kerk is een rijke van rijkswege beschermde inventaris bewaard gebleven die deels uit de bouwtijd stamt en deels afkomstig is uit de thans gesloopte, zeventiende-eeuwse kapel en negentiende-eeuwse parochiekerk. Van belang zijn onder andere: een gietijzeren Engelse trap met houten handlijst, gedecoreerd met neogotische drie- en vierpassen (in de traptoren, ca. 1930); marmeren communiebanken (ca. 1930); decoratief gesneden, houten kerkbanken (ca. 1930); geschilderde kruiswegstaties; een houten sacristiekast met kroonlijst en beeldnis; twee eikenhouten biechtstoelen (XIXA); een zwartmarmeren doopvont met koperen deksel (XVIIIB); enkele eikenhouten evangelisten-reliëfs en voluutvormige tafelpoten, alle fragmenten van de thans gedemonteerde preekstoel (XIX); twee zijaltaren met betegelde achterwanden, waarin een terra-cotta pietá-voorstelling en een houten St. Annatrits (XVIa); diverse (thans) gepolychromeerde houten beelden, waaronder het uit de oude kapel afkomstige beeld van Maria met kind, thans geplaatst in een metalen schrijn (XVI), Maria met gekruiste handen (XIXa), een Heilig-Hartbeeld (XIXa), Maria en Antonius van Padua (XIXb), de H. Lucia, Johannes de Evangelist en de H. Barbara (XIXb), het kind Jezus (XIXd), de H. Maternus (XVIIa); diverse kruisbeelden (XVIII tot XIXA); diverse gebrandschilderde ramen, zoals in de voormalige kinderkapellen, met in de benedenzone enkele dorpsgezichten van Panningen (J. Mulders uit Kevelaer, 1931-39). De ten gevolge van oorlogsschade vernieuwde glas-in-loodvensters in de devotiekapel en de doopkapel zijn van de hand van E. Laudy en dateren uit 1954.

Waardering

De Rooms-Katholieke parochiekerk 'Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten' is van algemeen belang.

Het object heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling en emancipatie van het rooms-katholicisme aan het begin van de twintigste eeuw. Daarnaast vanwege de historische continuïteit, daar het object een religieuze ontwikkeling continueert die zich op deze locatie middels gebouwen voor de eredienst al eeuwenlang nadrukkelijk heeft gemanifesteerd. De kerk verwijst in schaal, functie en verschijningsvorm naar de groei van de parochie van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten en de pelgrimsgeschiedenis in relatie tot de Maria-devotie. Verder is de kerk van belang voor de typologische ontwikkeling van dorpskerken in het Limburgs Peelgebied.

Het object heeft architectuur- en kunsthistorische waarden. Vanwege verscheidene architectonische elementen, zoals de hoofdopzet met ten dele hoge en ten dele lage kruisarmen en diverse typen overwelvingen, is het object van bijzonder belang voor de geschiedenis van de architectuur en de bouwtechniek. Als representant van een groter formaat dorpskerk neemt de kerk binnen het oeuvre van architect H.W. Valk een aparte plaats in. Verder is het object van belang vanwege de esthetische kwaliteit van met name het zorgvuldig gedetailleerde interieur met ambachtelijk metselwerk en de kwalitatief hoogwaardige inventaris uit diverse Limburgse kunstateliers.

Het object heeft ensemblewaarden als beeldbepalend onderdeel van de historische bebouwing aan de Kerkstraat te Panningen. Het object is van belang wegens de gaafheid van ex- en interieur en de bewaard gebleven inventaris. Het object heeft zeldzaamheidswaarde op grond van de typologie, enkele architectonische details en als een van de weinige door architect H.W. Valk in Limburg gebouwde kerken.

Het orgel

Buiten de bescherming valt het orgel met twee manualen en vrij pedaal, in 1952 door L. Verschueren (Heythuysen) gebouwd.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur

Glas-in-lood