Binnenwijzend, Binnenwijzend 54 - Ned. Herv. Kerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Hervormde Kerk |
Genootschap: | Nederlands Hervormde Kerk |
Provincie: | Noord-Holland |
Gemeente: | Drechterland |
Plaats: | Binnenwijzend |
Adres: | Binnenwijzend 54 |
Postcode: | 1617KW |
Inventarisatienummer: | 05154 05155 |
Jaar ingebruikname: | 15e |
Architect: | Frowein, J.F.L. (herbouw) |
Huidige bestemming: | atelier en woning |
Monument status: | Rijksmonument 14059 |
Geschiedenis
Kleine dorpskerk met torentje. De kerk ging in 1911 in rook op bij een grote dorpsbrand. Naast de kerk werden ook negen boerderijen in de as gelegd nadat een door de wind wapperend gordijn vlam vatte door een kaarslicht dat in het open raam stond.
Herbouwd naar plannen van architect J.F.L. Frowein, een leerling van P.J.H. Cuypers.
Buiten gebruik als kerk 1967. Nu woning en atelier.
Architect Frowein (1855-1914) leidde diverse grote restauraties van historische gebouwen, o.a. de St. Jacobskerk in Vlissingen en de Nederlands Hervormde Kerk in IJsselstein.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Voormalige N.H. Kerk, gerestaureerd na brand in 1911 door architect J.F.L. Frowein. Thans als atelier in gebruik. Klokkenstoel met klok van Waghevens, 1519, diam. 90 cm.
Orgel
Het orgel van P. van Dam uit 1914 is niet meer aanwezig.
In de media
- Uit Rotterdamsch Nieuwsblad, 20 Juni 1911.
Het dorp Binnenwijzend verbrand.
Zondagnamiddag is te Binnenwijzend (bij Hoorn) brand ontstaan in de boerderij bewoond door Cor Muis. Door den Zuidwester storm deelde de brand zich mede aan andere boerderijen en woningen, zoodat ten slotte 15 perceelen en de kerk waren aangetast. Bij het afzenden van dit bericht zijn, behalve de kerk, 14 woningen tot den grond toe afgebrand. De spuiten van de omliggende dorpen bieden hulp, eveneens de Hoornsche padvinders. Van ooggetuigen vernam de Echo het volgende: De brand is te half drie begonnen op de westgrens van Binnenwijzend (behoorende tot de gem. Westwoud) en Ooster-Blokker. Het Katholieke gedeelte der bevolking was in de kerk te Ooster-Blokker, waar een kerkelijk feest werd gevierd. De Hervormden bevonden zich te Westwoud, waar ds. Hagen, die des morgens te Binnenwijzend bevestigd was, zijn intredepreek hield. Zoodoende was het dorp, dat feitelijk niet meer is dan één lange straat, zoo goed als verlaten. . De stormachtige wind stond in schuine richting op de Dorpstraat.. Deze schuine richting had tengevolge, dat de brand niet alles voet voor voet meenam, maar telkens gapingen overliet, tot de vlammen de kerk bereikten. Door den sterken rook werd het blusschingswerk zeer bemoeilijkt, evenals door de omstandigheid, dat alle huizen met riet zijn gedekt. Aanvankelijk hoopte men den brand bij de kerk te stuiten, daar de volgende rij huizen van het reeds in brand staande gedeelte gescheiden was door een rij iepen en een boomgaard. Helaas sloeg het vuur weer een groep huizen, uit zes à zeven woningen bestaande over en tastte een nieuwe hoeve aan. Op haar beurt werd deze hoeve de haard van een nieuwen brand, die nu het Oostelijk deel van het dorp aantastte. Het tusschenliggende gedeelte werd, wat niet kon uitblijven, ten slotte eveneens voor een groot deel aangetast. Van Wester- en Ooster-Blokker, Westwoud en Hoogcarspel is de brandweer uitgerukt. Kostbaarheden en effecten werden naar het station gebracht en daar in den kelder te bewaren gegeven. In de wachtkamer zijn een aantal meubelen opgestapeld. De oorzaak van den brand, die ontstond op de boerderij van C. Muis, zal wel onbekend blijven, daar de eigenaar en zijn vrouw dien dag uit waren en de dienstbode des middags naar de Enkhuizer kermis was gegaan. Bij het uitbreken van den brand was niemand thuis. Men acht het echter niet onmogelijk, dat een brandend theelichtje is omgevallen . De boerderij was door den Zuidwester storm spoedig een vuurzee, die niet te blusschen was. Al heel spoedig werden ook de naast liggende boerderijen aangetast, zoodat binnen zeer korten tijd een blok van 4 plaatsen in lichte laaie stond. Doch hierbij bleef het niet. Bleven door een draaiing van den weg en in verband met de windrichting de daarop volgende woningen gespaard, ongeveer 2 uur na het uitbreken van den brand waren 8 woningen en boerderijen aangetast en grootendeels reeds verwoest. Ook de kerk had toen reeds vlam gevat. Het was een huiveringwekkend gezicht te moeten aanzien hoe het vernietigende vuur een niet te schatten schade aanrichtte en hoe allen machteloos waren in hun pogen den brand te stuiten. Wel werden krachtige pogingen aangewend om te redden wat te redden viel, maar heel veel baatte het niet. De bluschmiddelen waren te gering. In dit verband mag een woord van lof niet onthouden worden aan de brandweer van Hoogcarspel, de eerste, die hulp bood. En dat, terwijl in genoemd dorp ook gevaar bestond, door de vonken van brandend hooi en riet, die over het dorp woeien. Ook hulde aan een gedeelte der Hoornsche padvinders, die in Hoorn aan het oefenen, in de verte brand bespeurden. Dreef wellicht een nieuwsgierigheid hen daarheen, later, toen zij bemerkten hoe hevig de brand was, begrepen ze, dat hulp noodig was. Met versnelden pas en meermalen in den looppas, haastten ze zich naar Binnenwijzend, dat ze na ongeveer 3/4 uur bereikten, Het was een vermoeiende marsch geweest, maar — het zij te hunner eere gezegd - ze draalden geen oogenblik de handen uit te steken en hulp te verleenen aan de pompen. Ook werd hulp verleend bij het redden van goederen uit nog niet aangetaste wooningen.
Een jammerlijk gezicht was het te zien, hoe velen zich haastten nog zooveel mogelijk van hun boeltje te redden en dan hulp te vragen, bij de spuitgasten, om hun huis door nathouden te bewaren. Maar hulp kon aan allen niet gegeven worden. En toen waren we er getuige van hoe een arbeider met zijn vrouw bezig waren hun huisje nat te gooien met water, dat ze uit een emmer schepten met een schoteltje. Een jammerlijk gezicht, dat toch medelijden met die arme moest stemmen. Menschenlevens zijn gelukkig niet te betreuren. Zooals reeds werd meegedeeld,was het meerendeel der bevolking naar de kerken in de naburige plaatsen, terwijl de afgebrande kerk des morgens voor het laatst gebruikt was. Het vee bevond zich in de weide, zoodat geen dieren in de vlammen omkwamen. Met de verzekering is het erger gesteld. Vele woningen zijn door de verzekeringsmaatschappijen geweigerd, wijl zij rieten daken hebben. Ook zijn er een aantal hooibergen, die niet verzekerd waren. . Voor het geteisterde dorp is deze ramp dan ook ontzettend en vele bewoners zijn bijkans van have en goed beroofd. Met levensgevaar gingen velen hun brandende woningen binnen, om te redden wat te redden viel. Fraaie antieke meubels, eeuwenoude erfstukken, werden naar buiten gedragen. Vele boeren zag men weglopen, de hooge hoed gevuld met gouden en zilveren voorwerpen. Anderen redden hun effectentrommels. En al deze kostbaarheden werden naar het station gebracht en toevertrouwd aan de zorgen van den stationschef. Een heele verademing gaf het, toen tegen 6 à 7 uur de wind ging liggen en men kon rekenen het vuur te overwinnen. De paniek in het dorp was natuurlijk onbeschrijfelijk De hitte was ontzaglijk; op 120 meter afstands was het bijna niet uit te houden. De reizigers in de treinen hadden op het schouwspel een prachtig gericht, wijl de lijn vlak langs de verbrande perceelen liep. 's Avonds 10 uur was het nog een ontzettend rookende puinhoop, terwijl de hooibergen nog lustig brandden. Onder de verbrande perceelen is ook de bekende groote zuivelfabriek der gemeente Binnenwijzend en een prachtige varkensmesterij.
- Uit Rotterdamsch Nieuwsblad, 28 Juni 1911.
De kerk te Binnenwijzend (bij Hoorn) welke nu een ruïne is, dagteekende van vóór 1484. Vóór dien tijd hadden de bewoners van Binnenwijzend geen eigen kerk, maar behoorden zij tot de parochie van Westwoud. Wijl dit, vooral bij hoog water en in den winter, voor de landlieden groot ongerief opleverde, ontvingen dezen in 1459 van den pastoor van Westwoud (Maarten Aalberts) verlof om in hun buurtschap een erf te koopen en daarop een kapel te bouwen. In 1434 werd die van de kerk van Westwoud gescheiden en tot een zelfstandige parochiekerk verheven. In 1574 ging de kerk over in handen van de Hervormden en werd sedert altijd bediend door den predikant van Westwoud- Binnenwijzend, wiens pastorie bij den brand gespaard is gebleven. De kerkelijke gemeente is zeer welgesteld, zoodat weldra een nieuw bedehuis zal kunnen verrijzen.